Maandag, ergens tussen middernacht en daarna

Mijn lief staat naast mijn bed, omdat mijn radiowekker plots beslist heeft om af te gaan. Ik weet niet hoe dat ding marcheert, ik gebruik dat namelijk alleen maar om ’s nachts met een half oog naar het uur te kunnen kijken als ik wakker word. Ik gebruik mijn gsm als wekker. Waarschijnlijk heeft Basiel ermee gespeeld of ben ik weer onhandig geweest. Enfin, we trekken de stekker uit. Het is tenslotte nacht.

Tegelijkertijd begint mijn lief te vloeken. “Dat dat toch geen manieren zijn, dat onze buurman op dit uur piano zit te spelen. En dat Basiel daar zeker wakker van gaat worden. En dat, allez, wie er godverdomme shit zeg miljaarde nu toch op dit uur piano zit te spelen.” En nog meer, maar ik bespaar het u.

Ik kijk half verdwaasd op, schud van ja en val dan ongeveer weer in slaap. Ik bedenk me nog net dat ik die piano op de verre achtergrond nog wel rustgevend vind. En ook dat ik vrij zeker ben, dat de muziek mijn….slaap niet….zal….zzzzzz.

(Onze linkse buren spelen wel vaker muziek. Allerlei instrumenten, met of zonder zang. Eerder klassiek meestal. Niks onaangenaams, hun wasmachine maakt veel meer lawaai. En dan nog, ik kan daar allemaal tegen. We zien ze ook vaak sleuren met muziekinstrumentendozen en flight cases)

 

Maandagavond, ergens tussen 19u en 20u.

Terwijl ik de tafel afruim, speelt op de achtergrond de tv. Er passeert een trailer van het nieuwe programma van Peter Van de Veire, Sing That Song. Of zoiets. Ik werp er een blik op, met een half oog. Ondertussen heb ik wat vuile borden vast en hangt er een kind aan mijn been.

Tot.

“Liefje, ik denk dat onze buurman de piano bespeelde in dat programma. Serieus.”

–          We spoelen even terug, what a device  –

“Ja begot. Dat is onze buurman. Dat is dus een professionele pianospeler of wat.”

 

Dinsdag, 20u30 – mogelijke conversatie

“Jongen, als gij piano wilt spelen in het midden van de nacht. Wij begrijpen dat hoor.”