Dag oma,

Ben je daar?

Hier beneden is er zoveel gebeurd. Ik weet zelfs niet waar ik moet beginnen.

Het is deze maand acht jaar geleden dat je vertrok. Ik moest er gisteren nog aan denken, hoe erg ik het nog altijd vind dat ik daar niet bij was. Ik zat in Kroatië, want ik had geen idee dat je zo snel ging sterven. De rest vond het beter om me te laten vertrekken, maar daardoor heb ik zo een cruciale week gemist. Ik zat niet rond je bed, ik heb je afscheid niet mee vorm gegeven.

Weet je wat voor erg dingen hier gebeurd zijn? Zie je Thomas soms?

Ik geloof eigenlijk helemaal in niets, maar tegelijk wil ik het wel heel graag. Ik wil geloven dat jij ergens bent, dat hij ergens is, dat jullie ergens een astridje zitten te eten. Enfin, jij toch. Hij misschien nadat hij eerst een halve hemelmarathon heeft gelopen.

Sinds hij er niet meer is, voelt jouw dood anders. Alsof je minder verdrietig kan/mag zijn om iemand die begin 70 aan een hersentumor sterft, dan om iemand van 31 die echt nog bij ons had moeten zijn. Alsof het minder gepast is om daar acht jaar later nog last van te hebben.

Maar weet je, oma. Ik mis je.

Ik mis het om te bellen en te vertellen hoe de week was. Ik mis het om op het bed te liggen als jij aan de naaimachine zit. Ik kan nog steeds in een paskot staan en twee seconden denken dat “oma het wel inkort”, om dan te beseffen dat Bpost helemaal geen hemel delivery service heeft. Ik mis het om je rijstpap te eten (want laat ons eerlijk zijn, behalve dat en pannenkoeken was je echt geen keukenprinses). Ik mis het om naar foute tv-programma’s te kijken en daar harde commentaar op te geven.

Je was er niet bij Basiel. Je was er niet bij Felix. Je zal er nu niet zijn bij Dotje. We zullen nooit een viergeslachtfoto kunnen nemen om door te sturen naar de Streekkrant. Terwijl ik weet dat je zo ongelooflijk trots zou zijn.

Hier beneden is zoveel gebeurd. Ik weet echt niet waar ik moet beginnen.

Het zou gewoon zo fijn zijn om nog eens met je te praten. Of met je te zwijgen.

Ben je daar?