Ge weet hoe dat gaat he. Ge zit rustig in een brasserie met een afgesloten speeltuin en ge hoort of ziet u gebroed niet meer. Af en toe een blik, een zwaai of eventueel een beetje honger of dorst. Zo kinders die een beetje groter worden, met momenten is dat echt een gemak.

Soms blijft het spannend. Zoals wanneer uw 4-jarige met een bedrukt gezicht naar binnen schuifelt als een pinguรฏn, zijn hand op zijn achterste drukt en zegt dat ie dringend kaka moet doen. Dan spurt je dus naar de toiletten, zo gaat dat.

Ik was er bijna zeker van dat het al te laat was, maar gelukkig waren we net op tijd. Terwijl hij op de pot zit, hurk ik voor hem, leunend tegen de wc-deur. Zo’n kotje is klein. Zo’n kotje is niet gemaakt voor twee mensen. Zo’n kotje is niet de meest aangename plek om te zijn. Maar de 4-jarige is nog niet in staat om zijn poep zelf af te kuisen, dus je moet wachten. Het liefst in het kotje, al is het maar om bijvoorbeeld te checken dat hij de kleine meneer niet vergeet in de wc-pot te richten. Ge kent dat wel.

Maar ik zat daar dus lekker gehurkt voor de wc-pot. Leunend tegen de deur van het toilet. Ge weet wel, die deur die ik door de grote hoogdringendheid en de eventueel naderende kaka-catastrofe niet op slot had gedaan. Gewoon niet aan gedacht, het ging zo snel. Maar ge ziet mij daar zitten he.

Dan kunt ge u waarschijnlijk ook perfect voorstellen wat er gebeurt als iemand de deur van het kotje opentrekt. Ah ja, want dat stond natuurlijk niet op bezet.

Hurkend. Leunend tegen de deur. Deur gaat plots open.

Sofie valt achterover uit het wc-hokje. Kakkende zoon en de opentrekkende mevrouw verschieten zich een bult.

Einde van het verhaal.