Beste ouders, moeders, vaders, regering, maatschappij,

Er moet mij wat van het hart. Het is geen geheim dat ik een grote voorstander ben van borstvoeding. Misschien moet ik zelfs het woord ‘voorvechter’ gebruiken, want ik durf wel op de barricaden gaan staan. Of van mijn tak maken. Of mensen boos maken. Of mensen helpen. Of mensen raken.

Het ligt in ieder geval heel gevoelig, elke keer opnieuw. Want door te zeggen dat je pro borstvoeding bent, trap je bijna automatisch – ook al is het nooit zo bedoeld – op (flessen)tenen. Het naar voor schuiven van de (uitvoerig wetenschappelijk bewezen) voordelen van borstvoeding, staat voor veel mensen gelijk aan het veroordelen van ouders die bewust voor kunstvoeding kiezen/overstappen/zich gefaald voelen omdat het niet gelukt is/geen andere keuze hebben, omdat ze ‘het beste’ niet aan hun kind hebben kunnen geven. Hoewel die ouders – en ik mag hopen elke ouder – alleen maar ‘het beste’ voorhebben met hun kind.

Maar ik wil toch wel een grote kanttekening maken bij de discussie. Want wat is een ‘bewuste’ keuze als je niet alle feiten kent? Of als je door ‘omstandigheden’ bij iets anders bent uitgekomen, dan je eigenlijk wilde? Er zit wel een rauw kantje aan dat hele borst-fles-discours. In de eerste plaats zou het geen discussie mogen zijn, want iedere ouder beslist voor zichzelf. Maar het kan ook geen eerlijk discours zijn,  als niet alle partijen vrijuit mogen spreken. Om flesouders niet te kwetsen, is het – zo ondervind ik aan den lijve – not done om de waarheid rond borstvoeding te zeggen. Cut the crap, het is gewoon het beste spul dat er bestaat voor een kind. Punt.

Veel mensen gaan er van uit dat borstmelk en kunstvoeding op gelijke hoogte staan. Dat het grote verschil is dat borstvoeding heel zwaar, pijnlijk en lastig is – en kunstvoeding heel duur.  Ooh ja, er is iets met antistoffen maar goed, er zijn ook zoveel nadelen aan borstvoeding dat we dat wel even kunnen vergeten? Dat klopt natuurlijk niet, en ik vind het wel tijd om dat te mogen uitspreken. Ik zoek naar maatschappelijk draagvlak daarvoor, net als meer ondersteuning voor (borstvoedende) moeders.

Maar dat wil niet zeggen dat borstvoeding voor elke mama een haalbare kaart is. Dat wil al helemaal niet zeggen dat kunstvoeding slecht is.  Of nog erger, dat flesouders slechte ouders zijn. Cut the crap, voeding zegt helemaal niets over je ouderschap. Het zou fijn zijn als het zo ook niet opgevat werd.

Ouders maken elke dag duizend uiteenlopende keuzes. Over scholen, over een snoepje, over kledij, over bedtijd, over hobby’s, over grootte van gezin of over kinderopvang. Ik noem er maar een paar. Wat het beste voor de ene is, is daarom niet het beste voor de andere. Ouderschap is loslaten. Ik ga er gemakshalve vanuit dat iedereen het beste wil voor zijn kind, maar dat iedereen ook beseft dat het niet altijd mogelijk is om dat na te streven. Soms is goed genoeg kei ok, cause the struggle is already hard enough.

Maar er moest me dus iets van het hart: ik begrijp niet waarom wij zo hard proberen om weg te lopen van wat we zijn? Heel veel mensen willen kinderen.  Een zwangerschap plus bevalling nemen we er nog net bij, maar voor de rest moet het leven precies zo snel mogelijk weer verlopen zoals voorheen.

Dat is niet zo, een kind krijgen is een ingrijpende gebeurtenis. Als je negen maanden onder de hartslag van je moeder hebt gewoond, vind ik het behoorlijk moeilijk dat je na negen weken naar de kinderopvang moet. (Hartjes voor de kinderopvang trouwens, top dat het er is!) Omdat het niet anders kan, omdat er voor zelfstandigen onvoldoende faciliteiten uitgebouwd zijn om langer thuis te blijven. Of vijftien weken voor werknemers, echt kort als je naar de noden van een baby kijkt, die dan het liefst nog heel dicht bij zijn ouders wil zijn. Tenzij je dat prima vindt, dan heb ik niets gezegd. Dit is trouwens geen sneer naar iemand, alleen misschien naar ‘het systeem’. Ook al heeft dat weinig zin.

Uiteraard schiet borstvoeding er dan vaak bij in, gesteld dat die de kraamtijd al overleefd heeft. Het vraagt ook verdomd veel wilskracht, energie en gedoe om werken en kolven te combineren. En zegt de algemene volkswijsheid niet dat de eerste maanden zinvol zijn, maar dat het daarna geen meerwaarde meer heeft? (De volkswijsheid heeft uiteraard ongelijk, maar dat zal voor een volgende keer zijn. Of surf eens wat rond op WHO, als je niet kan wachten). Het is ook iets ongelooflijk moois en krachtig, dat ervaar ik elke dag.

Feit is: ik ben een zoogdier. Maar ik ben ook een geëmancipeerde vrouw met een ongelooflijk fijne job. Ik ben een moeder. Ik sport. Ik ben het lief van mijn lief. Ik heb nog andere hobby’s. Ik heb vrienden en vriendinnen. Dat wil ik niet veranderen. Maar op het moment dat ik een kind baarde, was ik even (of even langer) vooral een zoogdier. Borstvoeding is gewoon het vervolg van een zwangerschap, maar dat wordt in deze (geëmancipeerde) maatschappij vaak niet meer zo bekeken.

Moeders kunnen vandaag een keuze maken of ze die uitloper van de zwangerschap erbij nemen of niet. Emancipatie, top! Maar daardoor is borstvoeding wel in een soort verdomhoekje geraakt, wat ik heel erg jammer vind. Past het niet bij een geëmancipeerde vrouw om je kindje nog langer dan negen maanden te laten verder groeien (uit de buik) met wat de natuur voorzien heeft? Is het te moeilijk om te combineren met de andere taken die van een vrouw/moeder verwacht worden?

We moeten er ook geen doekjes om winden, de kolfperiode vraagt een ferme inspanning. Gescheiden zijn van je kind, maakt borstvoeding gewoon een pak ingewikkelder. En ik heb het over de geëmancipeerde vrouw, maar de meeste langvoeders zijn wel hoogopgeleide vrouwen. Dus loopt mijn redenering al meteen mis? Of schort er gewoon echt iets aan de algemene kennis rond borstvoeding?

Het loopt naar mijn gevoel een beetje mis, in hoe we het krijgen van een kind benaderen. We moeten zo snel mogelijk weer een platte buik en dito lijf hebben, zo snel mogelijk weer aan het werk gaan, zo snel mogelijk weer aan de me-time zitten,  zo snel mogelijk doen alsof het krijgen van dat kind gewoon een tussendoortje was.

Dat stoot me voor de borst, echt. Om verschillende redenen, maar vooral omdat – ook door de gebrekkige kennis en hulpverlening – (lang) borstvoeding zo bijna een loodzware opdracht en tegelijkertijd een futiliteit is geworden. Want om op een comfortabele manier borstvoeding te kunnen geven, moet je bij je kind zijn. En hoewel daar allerlei (sterk verbeterbare) systemen voor bestaan , is het maatschappelijk (nog?) niet (overal?) echt aanvaard. En voor veel mensen onmogelijk. Of zelfs gewoon raar.

Ik laat de hele vader of mee-moeders hier een klein beetje buiten. Ik acht hun rol nochtans van onschatbare waarde. Maar er is maar één persoon die het kind kan baren en zogen, dat is gewoon een feit. Gelukkig zijn er zoveel andere rollen te vervullen, zoveel andere vlakken waar jullie zo waardevol kunnen zijn. Dus ja, meer tijd voor hen om er zijn, steun ik uiteraard.

In mijn ideale wereld zou niemand twijfelen aan de voordelen van borstvoeding. In mijn ideale wereld zou borstvoeding een positief imago hebben. Met wat kwaaltjes helaas, zoals bij een zwangerschap. Maar vooral met veel ondersteuning op veel fronten, zodat het aangenaam haalbaar is.

In mijn ideale wereld zou er uiteraard ook kunstvoeding bestaan, want gelukkig maar. Maar ik zou toch willen pleiten om terug een klein beetje dichter bij onszelf te komen. Emancipatie en natuur (seks – zwangerschap – bevalling – borstvoeding) hoeven elkaar niet in de weg te staan, maar kunnen elkaar ook omarmen. In mijn perfecte wereld zou iedereen zich gelukkig voelen, maar zich ook veel minder vragen stellen bij borstvoeding. Het zou gewoon – daar ben ik weer – het logische gevolg zijn van een zwangerschap.

Mijn ideale wereld ligt in utopia, dat besef ik. Ik ben natuurlijk ook niet objectief, want mijn blik is vertroebeld door het hormoon oxytocine dat ik dankzij de borstvoeding blijf aanmaken. Maar ik hoop dat er ooit toch een kleine kentering komt, dat we het wonder der natuur omarmen ipv verstoten, scheef bekijken of minimaliseren.

Maar ik vraag wel veel, misschien kunnen we het er gewoon al over eens zijn dat het krijgen van een kind geen tussendoortje is?

Dat lijkt me al heel fijn. En misschien een eerste stap in een nieuwe (of oeroude?) richting.