Mensen vragen soms of ik niet sterf van de zenuwen. Maar op de radio komen is voor mij even normaal als een wasmachine insteken of met de auto rijden. Je moet er je hoofd bijhouden, maar toch ook niet te veel meer bij nadenken. Het gaat vanzelf, het voelt alsof ik in mijn zetel zit.
Af en toe ga ik ook voor het echt werk: presenteren op een podium, voor een live publiek. Want soms gebeuren er magische dingen in de interactie met het publiek. Ik speel daar ook graag mee, ik amuseer me wel (understatement). En nee, ik ben daar geen halve seconde zenuwachtig voor. Ook geen microseconde.
Zo presenteer ik al jaren het Tempranillo-concert van harmonieorkest Demer en Laak. Gezellige boel, want het publiek krijgt een fantastische portie live-muziek op zijn bord en zes wijnen om te proeven in het glas. De sfeer is los en aangenaam, de presentatrice is ook ver weg van stijf gedoe. Dat verleden als MC bij The Lunatics komt op een podium altijd mee naar boven kruipen.
Ik had extra mijn best gedaan. Een lang kleed met blote schouder, niet alleen om met mijn hernieuwde figuur te pronken, vooral omdat het de tiende editie was. Dresscode sjiek. Dresscode Sofie zit een stuk beter in haar vel dankzij 5:2.
De eerste avond had ik al moeite om het kleed dicht te ritsen. Amper de tweede keer dat ik het aanhad en de rits wilde niet moven. Er was nochtans plaats genoeg, maar het ding was bijzonder koppig. Ik kon niet anders dan er twee sterke mannen bijhalen, die alle moeite van de wereld deden om mij toe te ritsen. Het is uiteindelijk gelukt, maar makkelijk was het niet. De avond was mooi, ik kreeg complimenten over mijn presentatie én over mijn voorkomen en daarna sliep ik helemaal alleen (en ongestoord) in een hotel naast de concertzaal. Prachtig, ideaal, slaapwel.
De volgende dag ging ik shoppen in Hasselt en garnaalkroketten eten met vriendin B. om uiteindelijk het feestje van de vorige avond nog eens te herhalen. Tempranillo duurt twee dagen, die meestal in een mum van tijd zijn uitverkocht. Enthousiast probeerde ik mijn kleed – waar ik de vorige avond toch wel zwaar mee gescoord had en dat het nieuwe publiek toch nog niet gezien had – opnieuw aan te trekken. Het bleek nog koppiger dan de avond voordien. Het geduld en de kracht van twee mannen bleek niet bestand tegen de rits van mijn cocktaildress. Drama.
Al een geluk dat ik was gaan shoppen. Al een geluk dat ik een kleedje had gekocht dat ook kon doorgaan voor een sjiek evenement. Al een geluk dat ik een stel panty’s in mijn valies had geladen. Wat een merde dat ik geen bijpassende schoenen had. Je ziet het op de foto niet goed, maar koper+zwart glitterkleed met blauwe gelakte pumps, dat vloekt zoals witte sokken in sandalen. Ik schaamde me dood dat ik zo het podium op moest.
Ik kon niet anders dan het vestimentaire misbaksel uitleggen aan het publiek. Vervolgens heb ik ook alle andere beschikbare schoenen geprobeerd bij elke nieuwe presentatie. Het was een beetje een spelletje, een running gag. Die geëindigd is zoals ik meestal in de radiostudio sta: op mijn kousen (of blote voeten). (Met het publiek op mijn hand, nu we het toch over lichaamsdelen hebben ;))
Moraal van het verhaal: shoppen kan je leven redden. (Quod Eram Demonstrandum)
(On the side: En ik zoek ook iemand om mijn rits te herstellen)
Ik heb al de volle tweemaal een rits ingestikt in de naailes.
Om maar te zeggen dat je beter iemand anders zoekt om je mooie jurk te herstellen 🙂
Met de rits kan ik niet helpen, maar ik hoor je graag zeggen dat shoppen je leven kan redden. Die ga ik zeker onthouden.
Shoppen kan je leven redden. Dat onthou ik! 😉