Woorden heb ik niet.  Gedachten dansen rond. Bang ben ik niet, angst bekruipt mij.

Het is raar wakker worden in een andere wereld. Dezelfde wereld. Ik begrijp niet wat er gisteren gebeurd is, hoewel mijn achterhoofd eigenlijk gewoon zat te wachten op wanneer het zou gebeuren. Het beroert mijn lijf en leden, ik slik al een hele dag tranen in. Tegelijk ben ik boos op mezelf dat ik nu pas – nu mijn eigen achtertuin naar bommen ruikt – zo geraakt ben. Terwijl dit voor zoveel mensen dagelijkse realiteit is, ook mensen waarvoor wij niet zomaar de deur open zetten.

Ik heb gisteren alles laten vallen om aan de schoolpoort te kunnen staan. Ik moest die jongetjes extra knuffelen en in mijn armen houden. Dat helpt niet, dat zalft, dat lost het probleem niet op, dat streelt mijn hart. Ik heb mijn lief vastgepakt. En nog eens. En nog eens. Iedereen.

Ik ben eigenlijk veel te weinig onderlegd in de hele materie, in alle spinnenwebben die er mee samenhangen, in alle achtergrond die geleid heeft tot wat er gebeurd is. Ik kan niets toevoegen aan de discussie, aan de pijn, aan de solidariteit, aan de dag.

Maar ik moest gisteren om 9u op wel antenne. Op het moment dat het nieuws pas echt begon binnen te sijpelen. De ernst van de feiten. Maalbeek gebeurde tijdens mijn uitzending. Ik wist niet hoe of wat of hoe of wat. Of hoe. Of wat.

Nostalgie is geen actuazender, onze focus ligt altijd op muziek. Gisteren ook, vandaag ook. Maar wat zeg je tussen twee platen? Ik denk dat je de krop in mijn keel echt kon horen. Ik voelde me klein en gebroken, en zo klonk mijn stem ook. Ik ben vooral stil geweest.

Dat is een gevoel dat blijft hangen. Stil in mijn hart, stil in mijn hoofd. En tegelijk zoveel lawaai.

Zorg goed voor elkaar. Laat je hoofd niet hangen. Want op die zwarte dag gisteren, was er ook een fantastisch zonnetje.

Liefde. Stil. Liefde.