1. Thuis zijn als de poetsvrouw aan het werk is.
  2. Mijn wenkbrauwen epileren. Maar ik heb ook een hekel aan unibrow, dus ik moet wel.
  3. Mezelf verkleden. Oh, please, never. Not.
  4. Panty’s die kapot gaan op het moment dat je ze aantrekt. Of tien minuten later.
  5. Frietjes die zompig zijn van de saus. Ik eet nog het liefst van al de harde stukjes.
  6. Na iemand naar de wc gaan die de borstel niet gebruikt heeft.
  7. Thuiskomen van de winkel en merken dat je datgene waarvoor je eigenlijk ging, vergeten bent.
  8. Slapen met kleren aan.
  9. Thuiskomen in een ontploft huis (figuurlijk, letterlijk is te erg voor woorden)
  10. BV’s bellen die liever niet gestoord worden.
  11. Afwassen. (Ter mijner verdediging: afdrogen vind ik heel aangenaam)
  12. Mijn benen als ze eigenlijk een onthaarbeurt verdienen. Het liefst elke dag.
  13. Compact inpakken. Ik zou gewoon altijd mijn hele kleer- en schoenkast willen meenemen.
  14. Gehakt. Ook de vegetarische variant, dat proeft namelijk naar gehakt. *onderdruktkotsneiging*
  15. Hondendrollen. Elke 20 meter in de Brugse Poort, fucking deep shit. (Haha, shit it is)
  16. Kotsen. Maar echt, ik ben daar heel slecht in.
  17. Mijn poep afvegen. But no worries, ik doe het wel.
  18. Eén persoon die verschillende soorten ‘r’-en door elkaar gebruikt. Think Rosa van thuis. Kies gewoon en stick with it, serieusly.
  19. Het woord föhnen.
  20. Te veel hipheid.
  21. Mijn uitademlucht voelen op mijn bloot vel als ik in slaap probeer te vallen. I know it sounds weird.Borstvoedingsprobleem vooral.
  22. Schoenen op mijn tapijt.
  23. Ergens met de auto naartoe gaan binnen een straal van 5km. Ik wou dat ik altijd met de fiets kon gaan.
  24. Schotelvodden. Of keukenhanddoeken die al een keer gebruikt zijn.
  25. Te laat komen. Maar met een kleuter kan het al eens een struggle zijn.
  26. Mayonaise.