We groeien allemaal op in een andere omgeving met andere gewoontes. Na een tijdje voeg je daar je eigen peper en zout aan toe, waardoor er weer nieuwe of licht andere gewoontes ontstaan. Als je dan een relatie krijgt en gaat samenwonen, moeten die dingen weer een nieuwe vorm aannemen. Een leuke uitdaging, die hier eigenlijk ongelooflijk vlot is verlopen. Behalve dan in het spaghetti-departement.

Zie je, ik ben grootgebracht met de spaghettisaus van mijn moeder. Daar zit vooral zoveel mogelijk look (hmmm) in en groenten. Mijn moeder heeft geen overschot aan kookgeduld, dus de groenten waren meestal nogal grof gesneden. Toen ik mijn eigen spaghettisaus begon te maken, maakte ik daar dus mijn eigen versie van. Nog steeds heel veel look en heel veel groenten, maar iets fijner gesneden. Het gehakt werd verbannen, want dat heb ik nooit lekker gevonden.

De spaghettigewoonten van mijn lief zijn helemaal anders. Dat is vooral rode saus gewoon met heel veel gehakt en geen groenten, mijlenver van mijn half provencaalse saus. Geen onoverkomelijke relatieprobleem, maar we lusten wel allebei graag spaghetti. Dat is ook zo geweldig gemakkelijk om in de diepvries te hebben zitten op rushmomenten. Er moest dus wel een oplossing komen, someday.

Drie jaar en een half heeft mijn lief gezwegen over mijn spaghettisaus. Hij heeft die blijkbaar een hele tijd met lichte tegenzin opgegeten, maar kroop ook niet zelf achter het fornuis. Ik had als compromis al puur rundsgehakt genomen, maar dat vond hij blijkbaar te droog voor woorden. (Dat hoorde ik na twee jaar of zo). Dus maak ik al een hele tijd vegetarische en niet-vegetarische spaghettisaus. Because I love my man. Ik dacht dat we het helemaal voor mekaar hadden met onze spaghettisaus.

Een tijd geleden stond hij toch achter het fornuis, om mijn ingevroren saus te ontdooien. Ik zag hem rommelen in de keuken en vragen waar de mixer was. “Mag ik die saus mixen liefje?”. Ik had de vraag niet voelen komen, maar had ook geen enkel bezwaar. “Want eigenlijk vind ik dat niet zo lekker als daar groenten in zitten.” Owkeej. Drie jaar en een half. Are you kidding me?

Maar hij nam dus de mixer en maakte mijn groentevolle spaghettisaus tot een glad geheel. En we vonden het allebei lekker. Ik kan het vlees in de saus weer aan, omdat het zo klein is dat ik het bijna niet proef. En hij heeft hetzelfde gevoel met de groenten die ik er per se in wil. Iedereen is gelukkig.

Wij maken nieuwe gewoontes. Wij maken samen de beste spaghettisaus.

Vanaf de tweede dag dat we elkaar kenden en het woord ‘koppel’ nog wat raar vonden, hadden we daar een woord voor: entiteit. Vanaf de derde dag voegden we daar iets aan toe: TOPentiteit.