Soms hebben (schoon)ouders geweldig goeie ideeën, zoals bijvoorbeeld: met het hele gezin op weekend gaan. Dat is dus oma en opa, tante E. en nonkel J., Tom, Sofie en Basiel. En ge moet het niet altijd 725 kerktorens verder gaan zoeken, ook dichtbij kan dat heel plezant zijn. We hebben gekozen voor het Meetjesland, Assenede om precies te zijn. Ge kunt daar mee lachen, vooral omdat ik nu al twee keer naar Assenede op weekend ben geweest. In het zelfde huis dan nog. Maar ’t moet zijn dat het daar goed is.
Het moeilijkste was de handleiding van de combi-microgolfoven onder de knie krijgen (lauwe quiche smaakt ook jongens, geen probleem) en de pelletkachel aan de praat krijgen. Dat laatste is ons niet gelukt. We kwamen toe bij 14 graden en dachten dat het aan ons lag dat het vijf uur later nog niet warmer was dan 17 graden. Ik zeg warm, maar ik bedoel natuurlijk ijskoud. Wij waren wel ongelooflijk stoer zo met onze fleece, maar echt gezellig is dat toch niet.
De volgende ochtend was er nog steeds geen warmte of warm water, dus hebben we de eigenaar maar gebeld. Nadat de boel hersteld was, hebben we het niet meer kouder laten worden dan 21 graden. We zaten met een licht trauma, ziet ge. Gelukkig was er veel warmte en gezinsliefde voor de rest (ooh melig) en krijgt Basiel het warm genoeg van te kruipen (jaja, hij kruipt, we zijn niet meer veilig).
Ge vraagt u af wat een mens voor de rest nog doet in ruling Assenede? Een beetje door het centrum kuieren, dat ondertussen al meer dan een jaar volledig onderbroken is bijvoorbeeld. Wat rondhangen in de kringloopwinkel, boodschappen doen en een gigantische omleiding met geplastificieerde pijltjes volgen voor een tweedehandsbeurs van de Gezinsbond, die dan uiteindelijk op 100 meter van onze geparkeerde auto bleek te zijn. Dat hadden we helaas pas een kwartier en anderhalve kilometer later door, en ongeveer drie uur te vroeg voor de aanvang van de beurs. Maar goe gelachen, dat wel.
Wat doet ge nog in het Meetjesland? Wandelen uiteraard. Want het is daar schoon. Volgens de folder zijn er heel wat plekken om stil van te worden, maar wij onthouden vooral rare huizen en angstaanjagende diersoorten. En ook dat het vreemd is dat ze wandelroutes organiseren langs gevaarlijke banen waar geen voetpad is. In dat verband, zijn er wel voetpaden in Assenede? Want wij maken ons daar ernstig zorgen over minister Hilde Crevits. Oh ja, misschien ook nog een klein puntje van kritiek voor onszelf: de banden van de buggy moeten opgepompt worden.
Maar voor de rest hadden wij een voorbeeldige baby. Hij heeft wat minder geslapen dan anders (al viel hij gelukkig ook al wandelend in slaap), hij was toch de braafste baby die een mens zich kan voorstellen als hij gaat eten in De Mosselbank in Philippines. Fantastische bediening, heerlijke mosselen en maar één verdwaalde schelp. En Basiel was de max. Die heeft daar gewoon eventjes dat halve restaurant om zijn vinger gedraaid. Niet dat we iets anders verwacht hadden, maar toch.
Zaterdag was er uiteraard voetbal en met drie tegen drie, moesten de vrouwen toegeven. (Is er eigenlijk ooit geen voetbal, ik denk het niet). Zondag werden we opnieuw geconfronteerd met het Oost-West-Vlaams-Antwerps taalprobleem. Een rozijnenkoek is namelijk geen boterkoek met rozijnen. Maar ja, dat van die boterkoeken en curryworsten zal wel eeuwig een discussiepunt blijven. Gelukkig waren er nog genoeg pannenkoeken, pasta, chips, sigarenkoekjes en Fanta. En dat kan smaken, zo na een stevige wandeling. (Ik weet niet hoe lang het geleden was dat ik nog eens 10 km gewandeld had, maar ik moet daar duidelijk andere schoenen voor aantrekken.)
Tegen alle verwachtingen in, ben ik wel niet geëindigd als Grote Dalmuti. Beetje jammer. Net zoals het moment dat ge dan zondagavond thuiskomt en een weekend huishouden achterstaat. Op dat moment, zou een mens willen dat de werkweek maar twee dagen duurde. Maar voor de rest: super! Wij kijken al uit naar de volgende editie. En Basiel ook, die vond dat best aangenaam om drie dagen het middelpunt van de belangstelling te zijn.
(Zou dat een zoon zijn van zijn moeder misschien?)
Troost u, wij zijn ook op weekend geweest en o helaas, ook ik eindigde niet als de grote Dalmuti 🙁 At moar leutig es! (zouden ze in Assenede zeggen ;-))