Ik maak me heel erg veel zorgen over dat uitdijende lijf van mij. Ik weet dat het normaal is en ik geniet enorm van mijn buikje, maar desalniettemin zou ik heel graag willen dat het allemaal binnen de perken blijft. Minder werk achteraf denkt mijn hoofd, meer kans om ooit nog een beetje te lijken op het lijf dat er was, denkt mijn bange hart. En ik heb sowieso het gevoel nodig dat ik beweeg, dus gaan we nog altijd sporten.

Meestal één keer per week spinnen of dansen (meer mag ook, maar lukt niet zo vaak) en nog een andere keer in diezelfde week zwemmen. Hoewel ik dat ongelooflijk saai vind, is het toch de uitgelezen ‘sport’ met een zwangere buik. En ik weet niet hoe lang ik dat spinnen en dansen nog precies ga volhouden, ook geen weken meer denk ik. Bovendien heb ik een zwangerschapsbadpak gekregen van E. en heeft Lien me er ook nog eentje beloofd. Maar zwemmen dus.

Ik zwem altijd 40 baantjes op een rustig tempo, goed voor een kilometer zwemplezier. Dat is niet veel, maar het is ook niet het moment om van mezelf een topsporter te maken. Gewoon een beetje bewegen, op een aangename en comfortabelere manier. Maar baantjes zwemmen, dat is redelijk saai. Ok, heel saai. En ook iets te gemakkelijk, waardoor je (ik) te veel gaat nadenken over vanalles. Not good. Een andere optie is rondkijken en verhalen verzinnen over de mensen die je passeert. Veel interessanter.

Maar sinds ik de activiteiten verplaatst heb naar het Rooigem-zwembad (we wonen er echt ongeveer vlakbij), hoef ik mijn fantasie nog nauwelijks aan te spreken. Daar gebeuren gewoon dingen. Serieus.

–       Stel u voor. Een grote, zwarte man volgt zwemles bij een oudere, blanke vrouw. Met bandjes. Dat is dus werkelijk een hilarisch gezicht. Vooral toen hij aan de stok moest zwemmen. Of nee, toen ze zijn voeten vastpakte en achter hem zwom, om de juiste bewegingen te maken (En ‘ouvrir’ en ‘fermer’ schreeuwde voor het hele zwembad). Maar chapeau, dat die man het nog probeert.

–       Ook gesignaleerd: een zonnebankjanet. Een man die duidelijk last heeft van zijn oplopende leeftijd en daar zoveel mogelijk probeert tegen te vechten. Vandaar dat hij met zijn bruingebrande en licht bodybuilderende lijf gewoon wat door het kinderbadje aan het stappen was. (Ok, er was ook een kindje bij, maar daar had vooral zijn vrouw oog voor). Hij is geen enkele keer onder water geweest. Zodat het hele zwembad ten allen tijde van schitterende lijf kon genieten. Topmoment: toen hij aan de rand van een zwembad een zeemeermin imiteerde, zonder het zelf te beseffen. Een zeemeermin met een gouden ketting, of course.

–       Een gek die in de open cafetarie en supportersbanken heel luid tegen god staat te praten, met zijn armen open. Die op andere momenten gewoon tegen zichzelf praat, druk gesticulerend. En uiteindelijk door de politie wordt opgehaald.

–       Mensen die eigenlijk niet zwemmen, maar gewoon aan de kant hangen, om te babbelen. Ze zwemmen maximum twee keer het zwembad over. Ge kunt toch ook gewoon op café iets drinken en bijpraten denk ik dan? Ik heb de kant dus wel nodig voor mijn supersonische afduw he.

–       Terwijl je aan het zwemmen bent, jezelf door de luidsprekers horen klinken. En dan stiekem denken, haha, jullie weten allemaal niet dat ik dat hier nu aan het zeggen ben.

–       Massaal veel schattige kindjes in het kinderbad. Die me soms zo ontroeren, dat ik een traan zou kunnen wegpinken. Gelukkig valt dat niet zo op, tussen al dat water.

Zwemmen is zoveel meer dan baantjes trekken in het Rooigemzwembad.