Een jaar vliegt zo voorbij, dat is waar. En hoe ouder je wordt, hoe sneller dat precies allemaal nog gaat. Maar een jaar is toch ook lang, ik bedoel, in een jaar kan er veel gebeuren. Ik ga u niet opnieuw vervelen met hoe dat toen allemaal ging, dat kan u hier en hier lezen. Maar u weet al dat hij binnenkwam, dat ik hem toen nog nooit gezien had en dat hij een paar uur later de man van mijn leven bleek te zijn.

En dan werd het een heftig jaar. Samenwonen, een huis kopen, zwanger worden. Dat kan toch al tellen, niet? Maar ook ondergedompeld worden in elkaars leven en vriendenkring, familie en schoonfamilie een plaats geven en van twee werelden één maken. En elkaar leren kennen, toch wel.

Dat is precies het gekke van de zaak. Alles is zo verschrikkelijk vanzelf gegaan. In dat jaar hebben we onze twee huishoudens samengevoegd (of allez, heb ik er eentje gecreëerd bij hem), hebben wij leren omgaan met onze verschillen die meestal de sterkte en de zwakte van die ene of de andere bleken te zijn en nog zo’n duizend dingen. En nooit is het moeilijk. Man, is dat ooit in mijn leven anders geweest.

Maar bon. Het was helemaal niet de bedoeling dat het hier een melige post ging worden. We staan er ook allemaal niet te veel bij stil, dat het nu precies een jaar is. We hebben een beetje een lange ochtend in bed genomen, en zijn even door dat jaar gewandeld. Weet ge dat nog? En hoe was dat? Man, en toen seg, remember?

Ik herinner me op dag drie (tevens de dag waarop we een reis naar Barcelona hebben geboekt), dat ik na een dagje hard werken in de slagerij naar huis terugkeerde en belde of hij al thuis was. Hij nam niet op. Maar ik kreeg wel een sms. “Ik kan nu niet bellen, ik zit in de auto met mijn ouders.” Waarop ik teruggestuurd heb: “En wat, je zit achter het stuur?”. (Hij had toen nog helemaal geen rijbewijs). Pas achteraf ben ik te weten gekomen dat er nog nooit een vrouw tot bij zijn ouders was geraakt. En toen ik hem voor de eerste keer meenam, kreeg ik een sms van mijn schoonzus. “Wat, is hij meegegaan naar uw ouders? Amai, dan moet hij het echt wel menen.” Ow yeah.

We menen het, dat mag voor iedereen ondertussen wel duidelijk zijn. En ik heb gisteren wèl bloemetjes gekregen. Misschien ingefluisterd door zijn beste vriend P., misschien hebben ze het samen bekokstoofd toen ze de nieuwe droogkast gingen halen. Maar hey, maakt mij niet uit. Het was uiteindelijk maar een dag als een andere. En het weekend was nogal vol, maar misschien gaan we volgende week nog wel eens eten. Mmm.

En eigenlijk zijn alle dagen fantastisch. Als hij ’s avonds mijn buik inwrijft (ik geloof niet dat het helpt tegen striemen, maar we kunnen maar proberen natuurlijk), ons dagelijks mailtje en ieder klein kusje. Of groot.

Maar ik ben wel blij. Ik kan nu met het grootste gemak zeggen.

“Oh wij, wij zijn al meer dan een jaar samen.”