Het was eind maart 2011. Dat weet ik nog, want ik had uiteraard een blog geschreven over het voorval. Tom had me een berichtje gestuurd dat ik de bel eens moest testen als ik thuis kwam. Dat vond ik niet meteen vreemd, want als hij met IT-projecten bezig is, moet ik wel eens vaker iets testen of op knopjes duwen.

Zes weken eerder hadden we elkaar voor het eerst ontmoet. Zes weken eerder hadden we na een nacht praten elkaar ’s ochtends voorzichtig gezoend. Dat was toen nog op mijn appartement, maar dat had ik na een week al ingeruild voor dat van hem. Op 14 januari zagen we elkaar voor het eerst, op 29 maart zaten we bij de burgerlijke stand om wettelijk te gaan samenwonen. En toen kreeg ik dus die sms.

Hij had mijn naam op de bel geplakt. Het was niet langer het appartement van Tom Brutin, maar ook dat van Sofie Verschueren. Wij woonden daar samen, als koppel. Niet lang zou achteraf blijken, want nog eens twee weken later tekenden we de compromis van ons eerste huis. Dat hij als verrassing mijn naam op de bel geplakt had, vond ik verschrikkelijk romantisch.

Nochtans was niet iedereen was even gerust in onze hogesnelheidstrein. Bepaalde (schoon)ouders hebben er zeker nachten van wakker gelegen, vrienden probeerden ons te waarschuwen dat we toch wel veel risico’s namen en nog anderen verklaarden ons voor gek. Maar het voelde gewoon juist, het voelde allemaal als gegoten.

Als we tien jaar later terugkijken, is het wel echt een ongelooflijk parcours. Het tempo in het begin, maar ook waar we nu staan. Drie kinderen later. Een berg miserie meegemaakt. Maar vooral: onderweg altijd in elkaar blijven geloven, altijd met elkaar blijven praten, altijd blijven lachen met elkaars grapjes.

Een week na onze eerste ontmoeting floepte ik er mijn eerste “Ik zie je graag” uit. Dat kwam ook voor mij onverwacht, maar ik voelde het echt opborrelen vanuit mijn buik. Ik had al wat relatie-ervaring en dit voelde helemaal anders. Man-van-mijn-leven-anders, in elke vezel van mijn lijf.

Als hij me in 2011 ten huwelijk had gevraagd, had ik uiteraard ja gezegd. Zonder enige twijfel. Maar ik verwachtte dat niet, want hij zag dat trouwgedoe nooit zitten. We hebben ondertussen drie kinderen, een veel serieuzere verbintenis dan eender welk papiertje. Maar toen hij het op 14 januari 2021 dan echt vroeg, was de ‘ja’ nog bewuster dan ooit.

Je bent er altijd. Er zijn veel moeilijke momenten geweest, de grond is een paar keer onder onze voeten weg gehaald. Maar we hebben vooral ook een berg mooie dagen. Met ons gezin, met onze twee fantastische kereltjes en ons wondermeisje. Met iedereen. Met ons. Met jou.

Jij vroeg me toen om het knopje van de bel te duwen. Onze bel, van onze thuis. Tien jaar later weet je nog altijd waar mijn knopjes zitten.

Vandaag zeggen we voor altijd ja. Voor de wet dan toch, want in ons hart was het altijd al zo.

Ik zie je graag.

Je vrouw (oh my god, hoe goed klinkt dat)