Ik heb nog nooit zoveel behoefte gehad om te schrijven, maar tegelijkertijd is het nog nooit zo moeilijk geweest om er echt toe te komen. Het is chaos, overal.

Het is chaos in mijn hoofd en in mijn hart, in ons hart. We proberen de scherven op te rapen en weer aan elkaar te lijmen, maar het is verschrikkelijk moeilijk. Ik probeer de zware brokstukken op te ruimen, maar ze vallen even vaak met een harde slag terug op kleine weke delen. De tijd en ruimte is er gewoon niet, wat het allemaal nog veel moeilijker maakt. Nog. veel. moeilijker.

Het is ook chaos in ons huis. We wilden eigenlijk gewoon een tweede toilet, maar zitten nu “plots” in een halve ruwbouw. Niveau 1 en 2 zijn volledig gestript, het is echt te zot voor woorden. Het goede nieuws is: er zijn EINDELIJK werkmannen bezig. Het slechte nieuws is: er zitten constant werkmannen in ons huis.

De eerste zes weken waren relatief ok, want het was vooral met ons viertjes samenleven op een kleine ruimte. Dat kunnen wij, dat lukt. Het stof was binnen de perken. Maar ook dan begon het totale gebrek aan spullen en plaats me al geweldig zuur op te breken. De helft van onze inboedel zit opgeborgen bij vrienden en familie, we hebben gewoon heel veel dingen niet bij de hand.

De dingen die er wel zijn, staan geweldig in de weg. We hebben eigenlijk drie ruimtes: één badkamer (thank god, het is de enige ruimte die nog normaal is), de leefruimte (daar moet alles gebeuren: koken, eten, slapen, ontspannen, jassen en schoenen kwijtgeraken, boekentassen…) en onze vroegere bureauruimte (die is volgepropt met kasten waar onze kleren liggen, maar die ruimte is ondertussen ook compleet ten onder gegaan aan verbouwstof). Er is ook absoluut niet genoeg plaats in de kasten, waardoor het bijna onmogelijk is om daar een overzicht te houden. Ik ben dus blijkbaar enorm materialistisch als het op kledij aankomt, want het werkt serieus op mijn gemoed dat ik niet kan aantrekken wat ik wil. Ik kan niet meer dansen, en help.

Er is stof. Overal stof. En vuil. Echt smerigheid. Ik probeer de volgepropte camping living enigszins leefbaar te houden, maar dakwerkers met hun vuile bottinen moeten ook al eens naar het toilet. Ik begrijp dat. Ook al zorgt dat voor elke dag vuile sporen op de plek waar de kindjes een paar uur later hun matras schuiven. Ik was wel een klein beetje boos toen ze een stopcontact gebruikt hadden in onze opbergkamer en de deur wagenwijd hadden laten openstaan terwijl ze schouwen aan het afbreken waren. Sindsdien is onze “dressing” (=ik heb veel fantasie) eerder een zandkasteel.

Maar laten we ons focussen op het goede nieuws: met een dikke zes weken vertraging is er dan toch eindelijk een startschot gegeven. Meteen een kanonskogel, want na een dag hadden we al geen dak meer. Twee volle nachten hebben wij onder de blote hemel geslapen. Als in: niks van bescherming. Als we in de gang de trap opliepen, stonden we op een bepaald moment gewoon buiten. Echt crazy. Iedereen kon toen ook eigenlijk binnenwandelen, want via de ladder en stelling stond je zo op onze zolderverdieping. En van daar moest je maar gewoon de trap afdalen om naast ons bed te staan. Creepy, maar we hebben het overleefd.

Dakwerkers zijn snel zo blijkt, want tegen het weekend hadden we al nieuwe balken en een nieuw onderdak. Als alles goed gaat, zitten we voor het einde van de week met dakvensters en isolatie weer onder de pannen. Dan kan de trein eindelijk vertrekken: elektriciteit, loodgieters, plakkers….Het is de bedoeling om tegen de zomervakantie camping living volledig te kunnen opdoeken. Ik hoop ook dat het vuilste werk ondertussen gepasseerd is, maar de kans is waarschijnlijk groter dat ik morgen Jani in een driekwartsbroek tegenkom. Het voelt alsof we nog jaren stof gaan vreten. Geen idee hoe ik dat ooit allemaal proper krijg.

Het is chaos. Maar binnenkort wel chaos met een gloednieuw en asbestvrij dak.

En in het verre binnenkort hopelijk met twee prachtige “nieuwe” verdiepingen.

Komaan, waar zitten al die renoveerders? Hoe hebben jullie dat overleefd? Hoe ga je niet ten onder aan stof en ruimtegebrek?