Ze zaten op een bankje, onder een boom. Moeder en dochter. Een kaart van Gent op schoot, een balpen in de aanslag. Ik herkende het meteen: de zoektocht naar een kot.

Ik heb normaal absoluut geen datafetisj, maar ik herinnerde me plots dat wij op 24 juni 2002 het contract getekend hebben met de Florbertusstraat. Mijn kot, waar ik uiteindelijk meer dan zes jaar zou blijven. De ontdekking zat ‘em in het feit dat ik ineens besefte dat mijn oudste zoon exact tien jaar later – dag op dag – geboren werd. 24 juni 2012 – in datzelfde heerlijke Gent. Ik wist toen al dat ik nooit meer zou weggaan, maar mijn moeder dacht zeker dat ik nog ging terugkeren. Dat hoopt ze misschien nog altijd.

Ik fietste verder, maar mijn gedachten wandelden terug. Naar mijn eigen studententijd, naar het besef dat het binnenkort zestien jaar geleden is dat ik zelf met een bang hartje auditorium E op de Blandijnberg binnenstapte. Naar mijn studententijd.

Maar ook naar mijn studenten.

Ik ken ze natuurlijk nog niet, dus ik mag dat nog niet zeggen. Mijn studenten. Ze zijn ook niet van mij, maar ik hoop wel dat ik ze mag begeleiden op een fijne reis. Ik hoop dat ik een paar dingen in hun rugzak zal kunnen leggen, waar ze ook echt iets aan zullen hebben. Misschien in een voorzakje, om er gemakkelijk uit te halen omdat je het vaak nodig hebt. Misschien als de rare geur die in je zak hangt en die uiteindelijk het verschrompelde mandarijntje blijkt te zijn dat je compleet vergeten was. Misschien als de vlek op het riempje op de zijkant, die gewoon bij je rugzak is gaan horen.

Lector radio. Howest Kortrijk. Het is een grote stap in het onbekende. Met een halve voet in een heel bekende wereld die ik erg mis, maar ook met een halve voet in een groot vraagteken.

Mijn ongeruste natuur panikeert natuurlijk _een beetje_. Het is allemaal nog heel vaag wat er op mij afkomt, omdat er op mijn nieuwe job nu nog kei hard vakantie is. Onzeker, omdat het voorlopig maar voor een jaar is en mij dat heel onrustig maakt. Langs de ene kant zou ik er kei hard willen invliegen, langs de andere kant begin ik nog maar net een heel klein beetje op mijn positieven te komen. En wil ik ook starten met een frisse kop. Nog even vakantie dan maar?

Terwijl ik ondertussen wel door boeken zit te bladeren, ideeën probeer te structuren, opdracht probeer te verzinnen. Ik zou heel graag weten hoe mijn dagen er vanaf eind augustus van begin tot einde zullen uitzien (zo ben ik, controle en al)– maar ik besef ook dat ik het misschien nooit echt zal weten. Ik ben bang van de versnippering van het werk (zoveel taken tegelijkertijd, help), maar tegelijkertijd heb ik kei veel goesting om mijn bagage door te geven. Om de liefde voor het vak uit te strooien.

Dus beste studenten en beste nieuwe werkgever. Laat dat laatste ingrediënt de basis zijn van ons radiokoekje.

Ik eet trouwens heel graag koekjes.