Weet je nog dat ik een gigantische dramaqueen was omdat Dwars door Brugge niet helemaal was gelopen zoals ik wilde? Vast wel, het was zeker die keer dat ge kei hard met uw ogen gerold hebt. Het gevoel over die wedstrijd is eigenlijk niet veranderd (nog altijd boos als ik er aan denk, ja) maar ik heb me de weken daarna wel voor de kop kunnen slaan omdat ik toen ten minste nog kon lopen.

Want niet veel later is het gesukkel begonnen. Ik voelde al langer dat mijn rechtervoet niet helemaal in de juiste vibe zat, maar ik heb het even genegeerd. Want zoals een wijze loper (mijn lief) altijd zegt: “Goh. Als je loopt, heb je altijd wel ergens pijn.” Ik deed nog mee aan de Stadsloop in Gent en ging daarna vol goede moed verder met mijn trainingsschema. Maar na mijn eerste intervaltraining wist ik hoe laat het was: tijd voor actie.

Omdat ostheopaat Henk me in het verleden al geweldig geholpen heeft, ging ik eerst naar hem. Hij bevestigde waar ik al voor vreesde: de boel was redelijk ontstoken in voet en onderbeen. Met rust, oefeningen en massage zouden we proberen om er boven op te geraken. Onder begeleiding liep ik eerst twee weken niet en daarna alleen korte stukjes van 1 tot 3 km.

En toen kwam het besef hoe verschrikkelijk verhangen ik ben geraakt aan dat lopen. Dat het fysiek een enorme meerwaarde is, maar vooral mentaal. Twee keer per week een uur of anderhalf uur mijn hoofd leegmaken in de buitenlucht: ik zou het zelfs omruilen voor chocolade. Terwijl ik lopen vroeger zo verschrikkelijk vond. Terwijl ik vroeger vond dat lopers eigenlijk halve zotten waren. Ik ben volledig in #runningforever beland. Zodra het niet meer lastig aanvoelde, voelde het alleen maar bevrijdend.

Ik begon na mijn kuur bij Henk rustig weer op te bouwen, maar de pijn ging niet weg. En was er ook op momenten dat ik niet aan het lopen was. Op 25 juli vertrok ik voor een kort loopje en keerde halverwege wandelend terug. Dit was niet ok. Met wat hulp van een loopgroep op facebook (Ik zei het toch, ik ben een echte geworden) vond ik een sportdokter.

Deze week had ik eindelijk een afspraak. Best spannend, maar het bleek een hoogst aangename man. Ik ben natuurlijk zelf ook best aangenaam, ik had zelfs speciaal een was-setje meegenomen naar het werk om daarna met propere voeten op de tafel te kunnen gaan liggen.

Dokter Frank is zelf ook een loper, dat schept een band. Hij luisterde kort naar mijn verhaal, zette het echotoestel (daar leek het toch op) op mijn voet en knalde daarna redelijk onverwachts zeven prikken in de patiënt. Een vette spuit mesotherapie of zoiets. Bij de derde prik raakte hij iets waardoor ik even tegen het plafond schoot. Tegen de zevende prik snapte ik niet meer hoe ik ooit zonder verdoving mijn kinderen op de wereld had gezet.

Sinds die prikken heb ik redelijk veel pijn (ok, kei veel maar ik probeer geen flauwe trees te zijn), maar dat is blijkbaar normaal. Het spul moet twee dagen inwerken, daarna mag ik een ‘veredelde start-to-run-loop’ doen. En zo heel traag verder gaan. Over een week of twee nog eens op consultatie gaan om te zien waar ik sta.

Ik kijk er zo naar uit om mijn loopschoenen weer aan te binden. Ik hoop dat er dan echt niets meer aan de hand voet is. Maar tegelijkertijd kijk ik er geweldig tegenop, want de conditie is op die paar maanden zwaar weggezakt. Ik heb geen zin om die lastigheid van 0 naar 5 km weer uit te zweten, maar het zal niet anders kunnen.

Het trainingsschema ligt ergens in een schuif. Dat zullen we pas opnieuw bovenhalen als ik vlot 10km uit mijn mouw kan schudden zonder enige vorm van pijn.

Stap voor stap.

Duimt ge ondertussen even mee voor mij? Voor de gelegenheid mag dat wel met je dikke teen, dat is iets meer in thema.