Rust omdat we op een ander tempo kunnen leven. Nooit een wekker ‘s morgens, wat de nachten met een baby een stuk draaglijker maakt. Tom werkt van thuis en begint wel om 8u, maar aangezien de rest van het gezin dan vaak nog heel stilletjes ligt te ronken, is dat uitslapen in vergelijking met de normale ochtendrush. Er is geen rush meer. En dat is heerlijk.


Onrust want er is geen moment om naar uit te kijken, om naar af te tellen. Het is allemaal te vaag om er een vinger op te leggen. We weten niets. Ik ben ook bang dat het moment waarop de lockdown nog lighter wordt, mijn angst exponentieel zal meegroeien. Want uiteindelijk zal het virus pas echt onder controle zijn als er een vaccin is en het ziektebeeld meer in kaart is gebracht, en hoe lang duurt dat nog? Dat zal alvast niet samenvallen met het opheffen van de maatregelen. Tot die vaccintijd ga ik Rosalie niet in de buitenwereld durven laten, waar elke persoon een potentieel gevaar is. Waar de jongens dan elke dag opnieuw een bron van risico zullen zijn, omdat zij naar school gaan en dus elke dag naar een nieuwe besmettingshaard. Dat is toch een onleefbare angst?


Rust want lege weekends zijn heerlijk. Er moet helemaal niets, want er is alleen een lege agenda. Daardoor doen we veel dingen die ons als gezin nog dichter bij elkaar brengen. We hebben nog nooit samen zoveel kilometers gewandeld en elke maaltijd samen aan tafel gezeten. Nu wel. Er is zoveel verbinding in onze gezinsbubbel. Rust.


Onrust omdat mijn keel wordt dichtgeknepen als ik denk aan de gevolgen die we hier nog zo lang van zullen moeten dragen. De persoonlijke en sociale drama’s, de zoveelste economische ramp die verhaald zal worden op de meest kwetsbare mensen,  de eenzaamheid die singles te veel wordt of de crisis die groter wordt in moeilijke thuissituaties. De echt zieke mensen die maanden moeten revalideren, de getekende mensen die afscheid moesten nemen zonder elkaar, de uitgeputte zorgverleners, de verdronken kleine zelfstandigen…Ik kan nog uren doorgaan. Wordt de wereld ooit nog normaal? Geraken we hier nog wel echt boven? Als alles weer ‘normaal’ wordt, hoeveel jaar gaan we dit rotvirus dan nog in onze rugzak meedragen?


Rust want ik heb het ongelooflijke geluk om nog thuis te zijn en dus constant te kunnen zorgen voor mijn drie kinderen, zonder daarbij werk te jongleren. 


Maar onrust. Want het is waarschijnlijk ongepast om te zeggen dat ik deze tijd echt nodig had om mezelf een beetje te helen na alle persoonlijke trauma’s van de laatste twee jaren. Die zielebarsten lijken weer helemaal naar de kelder verschoven. Deze crisis is collectief, dus ik heb het gevoel dat ik mijn eigen littekens maar moet wegstoppen. Eerst van Covid genezen en dan misschien ooit eens van de rest? Alleen zal het in die “ooit” heel erg druk zijn waardoor ik nu al intens bang ben over wat dat dan met mij zal doen. Heb ik nog wel rek? 


Rust want voorlopig is er niemand in onze omgeving ernstig ziek door Corona, hopelijk kan dat zo blijven. Uiteraard zijn er heel veel mensen die we fysiek heel hard missen, maar dankbaar voor alle digitale hulpmiddelen.


Maar ook onrust want mijn moeder werkt in een WZC waar het binnen zit, en zij is zelf niet meer zo gek ver van de risicogroep.

Nog meer onrust als ik denk aan de mensen die nu meer dan ooit nood hebben aan een knuffel en een schouderklop. Die iemand moeten begraven in afstand. Want laten we eerlijk zijn, die social distance is eigenlijk vooral een physical distance met grote sociale gevolgen. Tactiel zijn is des mensen. Elkaar niet mogen aanraken is echt onmenselijk. Dubbel onmenselijk als de ziel gekraakt is.


Rust omdat er veel solidariteit is. Zoals de bijna onbekende die een ovenschotel naar de treurende vriendin in een andere provincie bracht, omdat het voor mij niet telt als een essentiële verplaatsing. Voor alle mondmaskers die genaaid worden en alle knuffelberen achter de vensters. Voor iedereen die in zijn kot blijft en probeert lokaal te kopen. Voor de creativiteit die weer vrijspel heeft (omdat er zoveel leegte is?). #tousensemble

Ik vergeet heel veel rust. Als ik niet verder kijk dan morgen, lukt het hier goed. Ons gezin draait, wij amuseren ons in ons kot. Wij doen ons best om de troeven uit deze situatie te halen. Er is echt een serieuze silver lining.

Ik vergeet heel veel onrust. In mijzelf, die ik heel ver weg probeer te duwen zodat de sfeer hier gezellig blijft. Dat gaat over kleine onrust over de verschrikkelijke rommel in dit huis wat voor mijn rommelig hoofd een serieuze uitdaging is. Maar ook over grote onrust, over de toekomst. Van ons, van iedereen. Die onrust beneemt me de adem en maakt het zwart voor mijn ogen.

Rust. Onrust. Rust. Onrust. Onrust. Onrust. Rust. Rust. Onrust. Rust. Rusteloos.

We kunnen niets anders dan er in berusten zeker?