Dat was mijn eerste indruk van Sofie, na een aantal weken samenwerken op Nostalgie. Als je mij toen had gezegd dat ik haar 8 jaar later zou omschrijven als mijn beste vriendin, had ik je zot verklaard. 

Maar al snel had ik door dat Sofie gewoon het hart op de tong heeft, eerlijk en rechtdoorzee is. Dat ze uitkomt voor haar mening en opkomt voor haar ideeën. Dat ze eigenlijk de vrouw was die ik toen graag had willen zijn. 

Op Nostalgie waren we de vroege vogels, we hadden er meestal al 2 of 3 werkuren opzitten, voor de andere collega’s binnendruppelden. En zoals echte vrouwen deden we dat al “multitaskend”: werken en babbelen tegelijkertijd. Die ochtendbabbels en een “gemeenschappelijke vijand” brachten ons al snel dichter bij elkaar. Collega’s werden vrienden. Vrienden werden besties. Besties werden familie. 

Want zo voelt de familie Brutin-Verschueren voor mij aan. Die hechte entiteit, met Babs als een aanhangsel. Een gezinsblindedarm, als het ware. Want de kinderen van Sofie en Tom, het zouden mijn kinderen kunnen zijn, zo graag zie ik ze. Mijn metekindje Rosalie, uiteraard, maar ook de jongens zijn een geschenk in mijn leven. Net zoals Tom. Sofie heeft de hoofdvogel afgeschoten. Maar het is haar meer dan gegund. Ze verdient alleen het allerbeste! Gelukkig heeft ze mij 😉

Je kent ze wel, die zwarte bladzijdes in het grote boek des levens. Bij sommigen is het een enkele pagina, bij anderen zijn ze muisgrijs, bij mij waren ze pikzwart. En met velen. Maar dankzij Sofie was er altijd licht aan het einde van de tunnel. Omdat ik altijd wist dat er ergens een “thuis” was, een warm nest waar ik mezelf kon wentelen in liefde (en vaak ook zelfmedelijden toen ;-)). Ik heb haar daar eigenlijk nooit echt voor bedankt. Misschien is dit wel een mooi moment…

Beste lezers, ik wens jullie allemaal een Sofie toe. Een vriendin die altijd voor je klaarstaat, in welke fase van je leven ook. Een vriendin die recht voor de raap is (“ja, uw gat is te dik in diene rok”) en goede raad geeft, maar even goed supportert als je die goede raad feestelijk in de wind slaat. Een vriendin waarmee je kan lachen (buikpijn!), onnozel kan doen (ik denk aan een meekweel-Werchter Boutique-filmpje), serieuze gesprekken kan voeren en gewoon stil mee kan zijn. Wiens aanwezigheid altijd een meerwaarde is, nooit een last. Ik wens jullie allemaal zo’n Sofie toe.

Maar van deze Sofie blijf je af, die is van mij. Nog zo’n 70 jaar. Minstens.