Waarschijnlijk zou ik vanmorgen aan de jongens gevraagd hebben om op een gekke manier gelukkige verjaardag te zeggen/roepen/zingen. Ik zou dat filmpje dan via Whatsapp naar jou hebben gestuurd.

Maar nu stuur ik niets. Het is nog stiller dan anders.

Ik moet plots denken aan die keer dat je hier totaal onaangekondigd toch op het verjaardagsfeestje van Basiel verscheen. In koersoutfit. Want je had ’s ochtends een wedstrijd gereden en was dan efkes doorgefietst naar Gent. Honderdtachtig kilometer in de benen.

Onderweg had je ergens een zakje neusjes gescoord en daar 20 euro in gepropt. Ook al lust Basiel helemaal geen neuzen. Die was gewoon blij dat nonkel Thomas hier ineens ook was.

Maar over een paar weken zal de bel niet gaan. Het is nog stiller dan anders.

Het is vandaag je verjaardag. Mijn kleine broer had vandaag 32 moeten worden. De verjaardag die jij niet meer wilde vieren. Want dat is het leven, en daar wilde jij niet meer bij zijn.

Afgelopen weekend ging ik naar het kerkhof. Ik doe dat niet vaak, ik vind het moeilijk. Het is ook maar een plek, de herinneringen zitten gewoon in ons hart. Ik weet niet waarom, maar ik wilde er plots toch naartoe. Ik wandelde naar je graf.

Weet je hoe gek dat klinkt? Dat ik naar het graf van mijn broer moet wandelen? Dat jij daar ergens in een urne ligt, te blinken voor de eeuwigheid?

Het was moeilijk. Ik wou even met je praten. Moest iets vertellen, wilde je alvast een soort van gelukkige verjaardag wensen. Maar dat lukte niet, want ‘gelukkig’ staat niet meer in je woordenboek, geloof ik.

Ik wandelde terug. Het was niet stiller dan anders.

Want ik moest heel luid en lang huilen.