We zouden eigenlijk naar Planckendael gaan, maar de weergoden waren ons niet zo bijster goed gezind. De plannen werden omgebogen naar een zwembadtrip richting De Waterperels in Lier, niet zo ver van mijn ouders. Ik logeerde daar een paar dagen met de jongens, omdat iedereen daar deugd van heeft. Leve het onderwijs en de bijhorende paasvakantie, leve een paar dagen weg zijn uit de werf en liefde voor dicht bij elkaar zijn.

Bij de vorige logeerpartij had mijn zus al eens voorgesteld om te gaan zwemmen, maar had ik in de verste verte geen badkledij bij. Deze keer hebben ze mij niet meer liggen dacht ik, en stak twee zwembroeken en een bikini in onze valies. So far so good.

Tien minuten voor vertrek bleek ik helaas twee gestreepte bikinibroekjes te hebben ingeladen, maar geen gestreept bikinibovenste. Geen bovenstuk at all, eigenlijk. In de kast van mijn zus vond ik nog een heel oude bikini. Zo oud dat ie een klein beetje doorscheen, zelfs zonder dat er zwembadwater aan te pas kwam. Mijn moeder kwam ook nog aandraven met een oud badpak van haar, maar aangezien we een dag eerder gemerkt hadden dat we echt geen kleren kunnen uitwisselen (jaja, ik was ook vergeten om propere onderbroeken mee te nemen, maar dat was dus echt geen match), vreesde ik het ergste. In droge toestand was het badpak aanvaardbaar, maar al serieus losjes op bepaalde plekken. Maar bon, even naar de winkel rijden was geen optie want we waren al in retard.

Bijna aangekomen zei mijn moeder dat ze altijd twijfelde over de straat. Ik stelde voor om de bordjes met ‘zwembad’ te volgen, wat zij braaf deed. We zagen De Waterperels de hele tijd liggen, maar de ingang bleek maar niet te komen. Uiteindelijk waren we het zwembad ook visueel kwijt. Bleek dat we bordjes voor fietsers en voetgangers gevolgd hadden.

Ik vreesde het ergste voor mijn outfit. Ik zag het al zo gebeuren dat het veel te grote badpak in natte toestand binnen de kortste keren ergens op mijn enkels hing. Het is nu wel niet zo dat ik zoveel mensen ken in Lier, maar je wil toch echt niet _die vrouw die haar badpak in de wildwaterbaan verloren was en waar ze nog vijf jaar over nalachten_ zijn. Uiteindelijk ging in het water met het versleten bikinibovenste van mijn zus onder het ruime badpak van mijn moeder. Fashionable was het helemaal niet, maar ik kon zwemmen. Hoera.

Net voor onze eerste duik ging ik nog even naar het toilet. Ik stapte het eerste het beste kotje binnen en snapte niet goed waarom een klein jongetje mij heel raar bekeek. Twee seconden later begreep ik dat ik het peutertoiletje was binnengestapt (INDERDAAD, met een MINI WC POT). Ik lach krom van het lachen, maar heb met opgeheven billen toch maar een plasje gemaakt. En niet gemorst.

Net toen we dachten dat onze doldwaze avonturen niet meer gekker konden, gingen we ons aankleden. Ik had alles al vijftien keer ondersteboven gedraaid, maar kon het T-shirt van Felix echt niet vinden. Ik had niets anders bij voor hem (behalve een jasje), dus besliste dat hij dan maar in mijn exemplaar naar buiten moest. Meneer vond het hilarisch. Hij voelde zich te roze koning te rijk. Het T-shirt bleek uiteindelijk aan de kassa te liggen, dus een paar minuten later kon Felix de medium ruilen voor 116.

En wij hadden gezwommen. Wij hadden even gegierd van het lachen tussen het zware huilen door. We zeiden ook dat nonkel Thomas het heel leuk gevonden ging hebben, want hij spoorde ons altijd aan om te sporten.

(En iedereen weet dat de slappe lach de leukste manier tot een sixpack is)