Golven beuken. Maar krullen ook zachtjes vloeiend vooruit.

De wind snijdt, maar kietelt ook. Soms duwen om recht te blijven, soms een verfrissende streling.

De dag is elke dag weer hard en zacht.

 

Een lach klimt omhoog, maar verdwijnt in druppels traan.

Honger zet op, maar vult nooit het leger-dan-lucht-gevoel.

De dag is elke dag weer zacht en hard.

 

Weer. Hard en zacht.

 

De zon staat aan de hemel. Ik kan het niet zien.

De zon strooit warmte. Ik kan het niet voelen.

De zon knettert leven. Ik kan het niet horen.

 

De dag is elke dag weer hard. Elke dag, weer.

 

Duisternis is bij ons.

Warmte is bij ons en overal.

De geur van pijn is bij ons.

 

De dag is elke dag weer hard zacht. En zacht hard.

Elke dag weer.

Bij ons.