Ik ben eigenlijk nooit enorm geïnteresseerd geweest in kunst. De 437 kunstwerken die we in eerste kan (ik klink oud nu he, dat bestaat zelfs niet meer eerste KAN) voor een weinig inspirerende professor kunstgeschiedenis uit het hoofd moesten leren, hebben daar vermoedelijk niet echt bij geholpen. Ik ben nogal snel van ‘ik vind iets mooi’ of ‘liever niet in mijne living’.

Ik kan wel enorm onder de indruk zijn van métier. Misschien dat sommige moderne kunst me daarom niet zo heel erg raakt, omdat het echte vakmanschapstalent soms een klein beetje weg is. Maar tegelijkertijd ging ik twee jaar geleden voor het eerst naar de kunstenzomer in Watou en zie ik nu bij vrienden foto’s verschijnen die mij doen popelen om terug te gaan. Van bepaalde kunstwerken daar was ik wel echt onder de indruk. Ik vond Watou geweldig.

Toen Lynn (Van Royen, die geweldige actrice) me uitnodigde voor de opening van de kunstgalerij van haar lief, zei ik ja. Maar ik ga eerlijk zijn, het was eigenlijk meer voor Lynn dan voor de kunst. Toen we binnenkwamen en meteen knal op het eerste kunstwerk liepen, was ik enorm onder de indruk. Van het métier. Van het spelen met vormen. Van het vloeien met scherptes en lijnen. Onder de indruk, maar niet gepakt.

We gingen er op voorhand van uit dat we daar niemand zouden kennen (Behalve de BV’s dan, maar dat is niet “kennen” eigenlijk he). Maar na vijf minuten hadden we al drie kennissen gespot, dus dat was een meevaller. Eéntje daarvan fluisterde me toe dat ze net een kunstwerk had gekocht.

Op dat moment stonden we gezellig te keuvelen in de tuin. Er was een amusante speech van Steven Van Herreweghe en een mini-optreden van Tom Helsen. En gigantisch lekkere hapjes van l’histoire 32. Ik wist echt niet dat vernissages ook tof konden zijn.

We waren benieuwd naar de aankoop van A. en gingen weer naar binnen. Ze vertelde waarom ze zo gegrepen was door het schilderij. Ik begreep het volledig, het paste echt bij haar. Met een audiotoer kan je trouwens ook bij andere schilderijen het verhaal erachter horen. Ik nam de lijst.

“Skatepark Wenduyne”. Dat stond ertussen. Een schilderij met de naam “Skatepark Wenduyne”. Een plek die zo diep in mijn hart zit – en waar dus blijkbaar een schilderij van gemaakt is? Ik spurtte er naartoen en BAM. Het was gebeurd. There and then was ik gepakt van kunst. Ingepakt. Wilde ik het mee naar huis pakken.

Omdat het geweldig mooi is, maar ook omdat het door onze connectie met Wenduine nog duizend keer mooier werd. Ik voelde het. Ik wilde het. (Er was trouwens nog een ander werk van Wenduine, maar ik werd echt naar dit werk gezogen)

Aan kunst hangt een prijskaartje. Ik begrijp dat volledig. Zeker als je hoort hoe lang Gilles er aan werkt en hoe het tot stand komt. De prijs is meer dan verdiend. Anderzijds is het een bedrag waar wij op dit moment in ons leven niet zomaar lichtjes (kunnen) overgaan.

Maar ik kan het ook echt niet loslaten. Ik heb mijn moeder naar de galerij gestuurd. Want ik weet zeker dat zij hetzelfde gaat voelen. En misschien kunnen we er wel een familie-investering van maken (en afwisselend een jaar in Gent en een jaar in Waver tentoonstellen, why not?)

Om maar te zeggen dat ik nu dus stiekem aan het sparen ben om “Skatepark Wenduyne” aan de muur te kunnen hangen. In de greep van kunst.

(Als je ook graag gepakt wordt, spring dan zeker eens binnen bij galerij van Schuylenberg in Aalst. Ge gaat het u niet beklagen)