Een paar weken geleden las ik op de Instagram van mijn goede vriendin Katrijn de volgende woorden. Ze vertelt perfect wat ik eigenlijk altijd wilde antwoorden, als mensen mij dezelfde vraag stelden. Ik citeer met plezier:

Het was in discussie 43948 over mijn intentie en wens om lang te voeden dat de vraag viel: “Maar wil je je lichaam dan niet terug voor jezelf?” Daar moest ik even over nadenken. De opmerking voelde vreemd, absurd zelfs. ’s Avonds daagde me waarom. Door de borst te geven – en dus mijn lichaam – heb ik ze juist meer dan ooit voor mezelf gekregen. Het voelt alsof er me nu meer wordt toebedeeld van mezelf, er meer mee samenval. Ik nog meer mij werd. Opeens kregen die welvingen een nieuwe functie, waardoor ik ze beter begrijp (dus daarom vallen mijn borsten op die manier ‘in hun plooi’ als ik lig, en is mijn tepel niet pontificaal in het midden…omdat dat het eten geven makkelijker maakt..) Ik heb opeens vrede met de dingen die ik vroeger raar vond. Want ze ‘kloppen’, en zijn niet afwijkend of lelijk. Ze dienen eenvoudigweg nu een ander doel dan degene waarop ik ze beoordeelde. En daar zijn andere criteria voor. Wil ik mijn lichaam voor mezelf? De nieuwe functionaliteit en tijdsinvestering maakt ze niet minder van mij, en al helemaal niet minder. Wie leert huppelen, stopt toch ook niet met wandelen, en wie danst, verliest toch niet het vermogen om te staan? Borstvoeden maakt de andere apecten van mijn decolleté niet stuk. Ik las ooit een uitdrukking: ‘handen die open zijn om te geven, zijn open om te ontvangen.’ Zo voelt dat ook voor mij. Door mijn lichaam te geven, krijg ik het duizendvoudig rijker terug. Intiemer, nog meer eigen. Mijn zoon krijgt het vruchtgebruik, mijn geliefde de naakte eigendom. Maar mijn borsten – en mijn lichaam – zijn en blijven helemaal van mij. Meer dan ooit. Met nog meer begrip, liefde en bewondering. Wat een cadeau.

Ik weet het, het is lang geleden dat ik over borstvoeding heb geschreven.

Omdat het niet meer in ons dagelijks leven zit. Een dik halfjaar geleden besloot Felix dat het genoeg was, ook al heeft hij daar ondertussen al een paar keer spijt van gehad. Er zijn al verschillende momenten gepasseerd waarop hij dicht in mijn armen kruipt en fluistert dat hij wil dat er weer melk uit mama komt. Mijn hart breekt dan, omdat ik het hem niet meer kan geven – maar ook van zoveel schoonheid. Wat een krachtige emotie toch, dat (lang) borstvoeden.

Maar ook omdat het boekplan geen mooi verhaal geworden is. Ik ben sympathiek ontvangen bij verschillende uitgeverijen, maar uiteindelijk draaide het altijd op hetzelfde uit. “Sorry, maar borstvoeding verkoopt niet. Dat risico kunnen wij dus niet nemen. Vrouwen zijn daar maar een te korte periode in hun leven mee bezig om een boek te kopen.” Dat is zout in de wonde natuurlijk, zure melk. Het boek ligt er nog steeds, in half afgewerkte vorm. Ik zou het zelf kunnen uitgeven of via crowdfunding, maar voorlopig krijg ik mijn hoofd daar niet rond. “Van mijn melk” (dat is de titel) blijft dus nog even in de kast, of eeuwig?

Misschien is het ook helemaal niet meer nodig, misschien is HET borstvoedingsboek al geschreven. Een paar weken geleden was ik op de voorstelling van “Het Nieuwe Borstvoedingsboek” van Gonneke Van Veldhuizen en Stefan Kleintjes. Een heel compleet boek, dat vertrekt vanuit de oorspronkelijke behoefte van een kind. Alles komt aan bod, in alle stadia en er is geen elephant in the room. Hartjes ook voor de invalshoek. Het is ongelooflijk boeiend en interessant om te kijken en begrijpen vanuit de oerbehoeftes van het kind, dan wordt plots zoveel duidelijk.

Gonneke stelt het boek hier zelf voor. Uiteraard heb ik een gesigneerd exemplaar.

Het boek werd voorgesteld bij mijn favoriete babywinkel Bollebuik in Mariakerke. Omdat zij ook nog ander heuglijk nieuws te melden hadden: de opening van hun kolfkamer.

Na het faillissement van Boobs-‘n-Burps hebben zij geprobeerd om het Gentse borstvoedingsgat op te vullen (online kan ook als je van verder bent), maar het loont echt de moeite om eens langs te gaan. Zij hebben alles in huis wat je nodig hebt. Maar vooral ook veel liefde, enthousiasme en geduld. En een eigen lactatiekundige!

Als je bijvoorbeeld borstvoeding geeft, die vervelende eerste werkdag komt in zicht en je voelt dat je nog niet klaar bent om te stoppen met het voedingsverhaal, dan is een kolfconsult bij Bollebuik misschien de oplossing. Want er is kolven en kolven (oh yes, baby, er zijn Lada’s en Porsches – je kiest waarmee je het beste rijdt).

Persoonlijk vond ik kolven een noodzakelijk kwaad. Mijn persoonlijke – ik benadruk dat eventjes, omdat ik niet wil dat iemand daar er een veroordeling of iets dergelijks in leest – mantra was altijd dat ik kolven verschrikkelijk vond, maar dat ik het nog verschrikkelijker had gevonden om mijn zoon poedermelk te geven. Maar leuk vond ik het nooit, dus wilde ik het mezelf onderweg wel zo aangenaam mogelijk maken.

Enfin, long story short: je kan daar (liefst op afspraak) alle kolven testen met uitleg van een deskundige. Er zijn ook workshops (AANRADER!) en kei veel andere leuke – totaal niet borstvoedingsgerelateerdemaarveelteschattige – babyspullen. Dat laatste is een giga bonus, maar pas op voor je portemonnee.

De vrouw op de foto is lactatiekundige Lien. Zij heeft tonnen ervaring én een boel tips en tricks.

Ik schrijf dit omdat ik ouders die op zoek zijn naar het juiste materiaal, graag wil helpen. Ik zeg dit voor alle duidelijkheid niet om eender welke ouder die voor flesvoeding kiest met de vinger te wijzen. (En eigenlijk zou ik dat er niet steeds willen bijzeggen, omdat het voor mij vanzelfsprekend is. Maar ik heb al te veel shit moeten slikken, dus vandaar)

Ik schrijf dit omdat ik onwijs blij ben dat er in de buurt opnieuw iets is voor borstvoedende moeders. Een plek waar je met je lekken en vlekken naartoe kan.

Ik schrijf dit niet omdat Bollebuik mij sponsort op de een of andere manier. Zoals bazin Jo-Ann zei toen ik buitenwandelde: “Ik wou je er echt bij hebben vanavond, omdat wij ons inzetten voor hetzelfde doel. Met een groot hart voor borstvoeding.” Dat is het, meer niet. Al is het voor hen natuurlijk de bedoeling dat ze er ook wel hun boterham mee verdienen (en dat gun ik hen!)

Ik zeg dit omdat ik echt blij ben met de kolfkamer. En blij dat ik erbij was die avond.

Wat een cadeau.

(Zelfs al kwam het met de ziekenhuisperikelen op dat moment gigantisch ongelegen. Ik wilde het gewoon niet missen. Het was een warme avond. Lachen ook, zeker dat moment waarop ik mijn eigen vroedvrouw niet meer herkende)