Twee jaar en acht maanden. Zo lang heb ik Felix borstvoeding gegeven. Veertig maanden in totaal, als ik de periode van Basiel erbij tel. En dan komt er een punt waarop de laatste druppels zich van je losmaken. Het kleverige einde van een tijdperk.

De stekker is er nog niet helemaal uit. Als ik duw, komt er nog steeds een straaltje melk uit. Maar Felix voelt niet meer de behoefte om te drinken. Dat is prima, want dat is het ideale scenario. Het dooft natuurlijk uit, op het tempo van mijn kind. Toen ik me drie jaar geleden zwaar begon in te lezen in het onderwerp (_understatement_), was dat alles waar ik van droomde.

Bij Basiel was het een romantische film met een klotig einde. Gestopt om de foute redenen en met een serieus wrang gevoel in mijn buik. Maar tegelijk was dat gevoel de voorzet om bij Felix alles uit de kast te halen.

(Foto: Dries Renglé)

Ik ben de lastige start met bloedende tepels al lang vergeten. Zelfs kolven ligt al zo lang achter ons dat het niet meer dan een vage uierachtige herinnering is. Wat nog overbleef is één van de prachtigste en krachtigste dingen die ik bij het moederschap al heb mogen ervaren. Borstvoeding the next level. Iets waarvan ik het bestaan eigenlijk niet kende, omdat ik het nog nooit ergens van dichtbij had gezien en niemand daar over vertelde. Borstvoeding,  waarbij het stuk ‘voeding’ in het woord eigenlijk bijna overbodig wordt. Uiteraard blijft het een geweldig bommetje antistoffen, maar het wordt vooral een emotionele kanjer.

Nooit gedacht dat het zoveel meer zou kunnen zijn. Dat het voeden van een peuter en later zelfs een kleuter zo speciaal zou zijn. Het staat heel ver van het babyvoeden, want het is alleen nog maar gereserveerd voor de mooie, intieme, rustige en heerlijke momenten. (Lees: alles wat ooit lastig is aan borstvoeding verdwijnt volledig)

Dat heeft uiteraard ook praktische voordelen: ik weet niet hoeveel maanden geleden ik de borstvoedingsbeha’s al naar de zolder heb verhuisd of hoe lang ik al geen rekening meer houd met de borstvoedingsvriendelijkheid van mijn kledij. Mijn Medela Freestyle ligt al een hele tijd eenzaam te wezen in de doos. We zijn zelfs al twee keer een midweek op romantische vakantie geweest, waarbij ik niet meer deed dan ’s morgens en ’s avonds een minihandkolfje (gewoon om te checken of de leidingen nog niet drooglagen). Het wordt een ander soort borstvoeding, geloof me.

Ik wist ook geen hol af van die hele autocriene fase waarbij je gewoon altijd soepele borsten hebt, kinderen soms een paar dagen niet drinken en dat absoluut geen probleem is. Ik had geen idee dat een borst zoveel troost kon bieden bij moeilijke momenten, zoals niets anders dat toen kon.

De laatste druppels. Het is zo goed als voorbij. Mijn hart ligt in duizend stukken op de grond, terwijl ik breed glimlach. Want ik ben intens gelukkig dat het helemaal gelopen is zoals ik het wou en dat we meer ‘doelen’ gehaald hebben dan ik ooit had durven dromen. Maar tegelijkertijd is het zo verschrikkelijk moeilijk om er afscheid van te nemen, dat ik de hormonen die vrijkomen even niet de baas kan. (Alweer, undersatement)

Maar het ongelukkige einde van de borstvoedingsperiode bij Basiel was wel de lucifer én het doosje om de passie voor dit wonder der lactatie aan te steken.

Dus misschien dat het gelukkige einde van de borstvoedingsperiode met Felix wel de aanzet is om eindelijk dat boek te schrijven dat nu al zo lang in mijn hoofd zit?

Wa peisde?