De eerste schoolweek is halfweg. Spannende tijden, want ons kleinste patatje is vrijdag ook gestart. Geen kinderen meer in de crèche, maar twee kleuters. Ge gaat het misschien niet geloven, maar ik heb daar – voorlopig toch – nog geen traan om gelaten. And you are talking to Miss Dramatische Pitta nochtans.

Vrijdag vond hij het allemaal spannend en leuk, maandag was het al een pak minder en dinsdagmorgen zaten we met absoluut dieptepunt. Lees: krijsen, roepen dat ie naar de crèche wilde en zich vastklampen. Vandaag kwamen we de school binnen en riep ie spontaan dat ie wilde blijven. Keertje zwaaien aan het raam en klaar. Ik voel het, tegen morgen gaat ie niet meer mee naar huis willen.

We kennen de school al, dus het was iets minder spannend dan bij de andere eerste schooldag. Maar toch ook wel verschillend: een andere juf, een grote broer die mee een oogje in het zeil houdt en deze keer (en ik verdien hiervoor geen vuistje) WEL een (semi-)zindelijk kind.

Hij gaat al een hele tijd succesvol op het potje, volledig op eigen vraag. Bijna een jaar voor zijn broer enig teken vertoonde van blaasrijpheid, zette Felix zich op het potje en vulde het. Sinsdien is het potje een deel van ons meubilair.

Omdat hij bijna altijd wakker werd met een droge pamper en kleine boodschapjes geregeld placeerde op de daarvoor voorziene faciliteiten, gooide ik de pamper aan het begin van de grote vakantie buiten. Ik was thuis met de kindjes en gewapend met goed wat kuisproducten, meer heb je dan even niet nodig.

Eigenlijk is dat heel vlot gegaan. Meteen cold turkey, op geen enkel moment een pamper meer om geen verwarring te creëren. Ook niet ’s nachts, ook niet bij de dutten. Dat betekende meteen ook een verhuis naar een groot bed. Want als je pipi moet doen en je ligt in een spijlenbed, dan is dat sowieso a recipy for disaster. (Remind me dat ik het nog eens over het retrobed moet hebben dat mijn schoonouders daarvoor tevoorschijn getoverd hebben. Maar eerst moet het spijlenbed nog weg – auw mijn hart – en moet er nog wat aankleding komen. En dan, beloofd.)

We zijn twee maanden verder en de situatie is als volgt: het bed is nog altijd kurkdroog. We hebben veel pipi-wasjes gedraaid maar niks buitensporigs en we zitten met een kakprobleem.

Aan grotejongensarrogantie alvast geen gebrek.

Inderdaad, de grote boodschap volgt de logica niet. Ik dacht, we geven het wat tijd, komt wel vanzelf. Maar ondertussen zijn we toch dik negen weken later en staan we nog steeds bijna elke dag stoelgang uit een boxerschortje te schrapen. Pas op, we zien het wel aankomen. Als ik zie dat hij ergens een rustig plek opzoekt en op zijn hurken gaat zitten, kan je er geld op zetten dat er even later een bobbel tussen zijn pistoletjes verschijnt. Daardoor zitten we vaak (een stevig remspoor aside) wel op tijd op het potje, maar op school is dat natuurlijk anders.

Ik zal niet in detail treden. Maar stel je voor dat je op de speelplaats iets in je broek legt, dat het ding bij het weer naar binnen wandelen uit je megaschattig klein onderbroekje valt en dat ongeveer de halve klas vervolgens vrolijk je grote boodschap over de gang verspreidt. Want het zou kunnen dat zoiets gebeurd is en dat onze zoon verantwoordelijk is voor een mental kakabreakdown bij de juf. Sorry!

We hebben nu dus afgesproken dat hij voor de speeltijd een pamperbroekje aankrijgt, zodat we de jaarvoorraad aan poetsgerief van de school er niet al in de maand september doorjagen. Na de speeltijd gaat het broekje weer uit.

En hey, gisterenavond hadden we een vlekkeloze drolinterventie. Zelf zijn broekje afgedaan, gaan zitten en het juiste ding gedaan met de sluitspier. Dus voilà, misschien zijn we wel echt helemaal vertrokken. In combinatie met dat vrolijk zwaai manoeuvre aan het raam vanmorgen, zitten we helemaal op eerstekleuterklaskoers.

Iedereen doet het in de zee, toch?

Maar echt, het is toch wat met die zindelijkheid. Ik begrijp dat het voor kleuterjuffen een absolute pest is, maar ik vrees dat het een beetje een prijs is die we betalen voor onze geëmancipeerde maatschappij. We zijn veel mobieler (thuis is zonder broek lopen is iets makkelijker dan op een ander), we zitten niet meer aan de haard (Thank god! en tegelijkertijd toch ook een beetje Damn! soms) en het is in onze jachtige maatschappij gewoon echt oprecht moeilijker om dat tegen 2,5 jaar gefikst te krijgen. Moeder/vader moet gaan werken weet je wel, want de economie moet blijven draaien. Mijn excuses daarvoor, en tegelijkertijd ook niet.

Het is niets om je schuldig over te voelen, als je het geprobeerd hebt. Basiel was bijna 3 toen het pas echt lukte, daarvoor had het kind geen enkele klik. Bij Felix kwam de waterleiding veel sneller en gemakkelijker, maar de rest gaat wat minder vlot mee. Kak en pis is redelijk shit (_ de woordspeling, gasten_) , maar ook niets om slaap voor te laten.

Ik zeg niet dat het ok is dat kinderen later zindelijk zijn, but we can’t have it all. Al mijn respect voor de juffrouwen en andere zorgverleners. En een hart onder de riem voor alle ouders die er mee sukkelen.

Pakt u allemaal een koekske. Ik zeg maar wat, een brownie of zo.

 

PS: Stel dat hier ooit nog een derde komt, dan ga ik toch eens de methode van dit boek proberen. Eerlijk is eerlijk, ik heb lange tijd niet genoeg energie gehad om een engelstalig boek uit te lezen (een nederlandstalig eigenlijk niet) ook als het is blijkbaar enorm grappig geschreven. De energie komt met mondjesmaat terug, dus wie weet. Oh crap, Potty Training van Jamie Glowacki. (Ja, ik vind dat onwaarschijnlijk grappig dat een zindelijkheidsexpert een naam heeft die een beetje lijkt op cloaca, ja)