Ik ga het gewoon zeggen zoals het is: ik rij niet graag met de auto. Elke verplaatsing van A naar B die via dit voertuig moet gebeuren, is er mij eentje te veel. Eigenlijk zou ik het liefst altijd met de fiets of te voet gaan, maar dat blijkt niet zo praktisch.

Mijn woon-werkverkeer is op dat vlak een noodzakelijk kwaad. Ik heb het van achter naar voor bekeken en ook al is het een gigantische hap uit ons gezinsbudget: de auto is de beste, zelfs de enige oplossing. In de halve nacht kost die 58km mij nooit meer dan 45 minuten, de terugreis duurt doorgaans een klein beetje langer. Ik ben er niet trots op dat ik bijna 120km per dag in de auto zit, maar ik wil absoluut niet verhuizen. Gent is onze droomstad, onze kinderen worden hier groot, ons hart is hier. Bovendien werkt mijn lief wel achter de hoek. En er zijn maar een handvol radio’s in ons land. En er is maar één Nostalgie natuurlijk, waar ook een stuk van mijn hart ligt.

Pas op, er zijn ook voordelen aan de auto. Je kan er behoorlijk gemakkelijk kinderen en grote boodschappen in vervoeren. En het beste van al: je kan zo heerlijk ongestoord naar de radio luisteren. Dat is misschien beroepsmisvorming, maar ik kan daar echt van genieten. Het verzacht het rijden waar ik zo tegenop zie.

Ik doe dan ook al negen jaar dezelfde route, saai is dus een understatement. Maar mijn dagelijkse rit werd toch elke dag opgefleurd door de bult van Zwijndrecht. Zonder overdrijven: het hoogtepunt van mijn rit.

Ik leg het even uit, want u bent vermoedelijk niet vertrouwd met de bult van Zwijndrecht. De bewuste verhoging in het wegdek ligt op de afrit Zwijndrecht (want de afrit Lochristi ging nogal vreemd zijn in dit verhaal) als je op de E17 richting Antwerpen rijdt. Als je die afrit meteen bij het begin van de onderbroken strepen neemt, dan rijdt je over het bultje. Dat is meestal nog aan een deftige snelheid, waardoor je auto een heerlijk wipje maakt.

Ik wip nogal graag, dus je begrijpt dat de bult van Zwijndrecht een absoluut orgasme was op mijn ochtendrit.

Ik zeg WAS. Ik ben in diepe rouw, want de bult van Zwijndrecht is niet meer. (insert uitbundig gehuil)

Ik wist meteen hoe laat het was toen er een paar weken geleden om 4u50 ‘smorgens een mobiele werkplaats stond – exact op de plaats van de bult. Mijn bult, mijn streepje zon in het ochtendhumeur, mijn dagelijkse glimlachmomentje – omdat ik dan bijna op Nostalgie ben. Maar vooral om het wipje natuurlijk, dat heerlijke gevoel waarbij je poep heel even wordt gelicht. Mogelijks op goeie dagen zelfs voorzien van een klein kreetje.

Ze hebben hem gelijk getrokken. Er is gewoon geen verhoging meer. Ik vind dat bijzonder flauw. RIP de bult van Zwijndrecht.

(Ik heb dan maar een verkeersblok op de parking van Nostalgie meegesleurd vrijdagavond. Vervolgens heb ik drie dagen – samen met mijn verzekeraar – gedacht dat ik niet omnium verzekerd was, wat uiteraard tot de nodige tranen heeft geleid. Ge begrijpt dat ik gek werd van vreugde toen dat vanmorgen een vergissing bleek en ik toch omnium verzekerd ben.)

Ik werd er bijna even gelukkig van als van een wipje.