Lang geleden deed ik stage bij Radio 2 Oost-Vlaanderen. Daar leerde ik Eveline Masco kennen. Dankzij de wondere wereld van facebook zijn we in contact gebleven, zelfs toen zij vier jaar geleden samen met haar man naar Australië verhuisde. Ze had al eens laten vallen dat ze het hele borstvoedingsverhaal Down Under helemaal anders heeft ervaren, en dat ze dat verhaal heel graag eens wilde vertellen. Voor de allereerste keer leen ik mijn blog dus uit, en geef ik het woord aan Eveline. 

Mijn man en ik wonen sinds vier jaar in Perth, Australië. Begin dit jaar mochten wij onze kleine meid Emma verwelkomen. Dit is ons borstvoedingsverhaal, zoals wij het ervaren.

Hier in Perth wordt borstvoeding heel sterk gepromoot, maar dan wel op een manier die ouders die kiezen voor formula niet in het verdomhoekje duwt. Er zijn hier naar mijn gevoel twee elementen die je als ouders aangeboden krijgt, die essentieel zijn om het borstvoedingsverhaal een eerlijke kans te geven: sterke omkadering, en tijd.

Omkadering

Al van voor de bevalling wist ik het zeker: ik zou borstvoeding een ruime kans geven. Meer dan dat zelfs, ik zou er alles aan doen om het te doen slagen. Mijn vastberadenheid werd gevoed door een uitgebreide achtergrondkennis, die we al tijdens de zwangerschap ingelepeld kregen (over de gezondheidsvoordelen voor moeder en kind). Bovendien is er hier een bijzonder sterke omkadering voor wie wil borstvoeden maar struikelblokken ondervindt.

Laat me beginnen bij het begin. Tijdens de zwangerschap kan je met je partner naar de babyles: een aantal avonden voor toekomstige ouders in het ziekenhuis, waar je alles te horen krijgt over hoe de bevalling kan verlopen. Je krijgt er alle ins en outs over opening, epidurale verdoving, keizersnedes en véél persen. Maar we kregen er ook uitgebreid te horen over de gezondheidsvoordelen van borstvoeding voor kind én moeder, over hoe belangrijk de steun van je partner is, en er werd ook benadrukt hoe belangrijk het eerste contact met je baby is om de borstvoeding op gang te helpen. We kregen er ook een hele lijst mee van instanties die je na de bevalling kunnen ondersteunen als je struikelblokken ondervindt: de Breastfeeding Circle (waar verschillende mama’s tegelijk een lactatiedeskundige zien; gratis), een privéconsultatie bij een deskundige in het ziekenhuis (in veel gevallen terugbetaalbaar via je private ziekteverzekering), en de wekelijkse bijeenkomsten van de Mothers Group. Daar kan je mama’s ontmoeten die rond dezelfde tijd bevallen zijn in hetzelfde ziekenhuis. Een vroedvrouw leidt de discussies (die niet uitsluitend over borstvoeding gaan, maar over alle facetten van kinderen opvoeden), en er zijn ook verschillende lactatiedeskundigen aanwezig die je kan aanspreken (die bijeenkomsten zijn ook gratis, en gebeuren tot je baby 9 maanden is). Dat is wat het ziekenhuis aanbiedt. Maar er is meer.

Daarnaast heb ik me tijdens mijn zwangerschap ook aangesloten bij de Australian Breastfeeding Association (ABA). Die vereniging bestaat sinds 1964 en heeft als doel borstvoeding opnieuw cultureel aanvaardbaar te maken. Ik heb hun boek van voor naar achter gelezen, hun website doorploegd, en het nummer van hun hulplijn (bevrouwd door vrijwilligers) op onze koelkast gehangen.

Ik ben ook naar enkele van hun bijeenkomsten geweest, dikke buik en al. Daar leidt een mama-borstvoedingsconsulente de discussie en delen andere borstvoedende mama’s hun ervaringen. Aanvankelijk had ik wat reserves: ik dacht in een groep geitenwollen sokken-types te zullen terechtkomen. Niets was minder waar. Deze vrouwen stonden met hun beide voetjes in de wereld. Met een kind aan de borst. En eerlijk: voor mij was het de eerste keer dat ik vrouwen van dichtbij borstvoeding zag geven. In onze familie zijn geen kleine kindjes meer, en borstvoeding was voor mij iets onbekends en veraf.
Mijn man is ook meegeweest naar een halve dag cursus van ABA over borstvoeding. Wat hij het opmerkelijkste vond, was dat er op een bepaald moment een mama vooraan plaats nam met haar twee maanden oude baby, en toonde: kijk, zo geef ik borstvoeding. Wat ik het opmerkelijkste vond, was dat alle vrouwen rondom haar gingen staan om eens van dichtbij te kijken, en alle mannen heel beleefd op afstand bleven. Haha!

Verder is er ook nog hulp en informatie beschikbaar via je huisarts, via de Child Health Nurse (de lokale Kind en Gezin zeg maar) en zo veel vriendinnen voor wie borstvoeding als eerste keuze geldt. Borstvoeding alom dus!

En dan komt de grote dag van de bevalling. En plots, na negen maanden, gaat alles razendsnel en ligt er plots een warm, nat, klein wezentje op je borst. Onze baby! Meteen werden de eerste bouwstenen voor borstvoeding gelegd: veel skin-to-skin contact, en ook vrijwel meteen een kind aan de borst. En o wat een zalig gevoel: dit kindje wist precies wat ze moest doen!

Wat volgde, is vast herkenbaar voor alle nieuwe ouders: lange avonden en nachten, voedingssessies van een uur, en nog geen twee uur later opnieuw. Of clusterfeeden van 6 tot middernacht waarbij de baby nauwelijks van de borst komt. Mijn borsten waren niet opgewassen tegen dit plotse zeer intensieve gebruik. Gevolg: kloven en pijn. Veel pijn. Het soort waarvan de tranen in je ogen springen en je tenen gaan krullen. Ik dacht terug aan een zin uit mijn ABA boek: “Breastfeeding should not hurt beyond initial attachment.” Tarara! Ondanks alles wat ik gehoord en gelezen had, was ik niet op deze pijn voorbereid.

Op dag vier, de dag na onze thuiskomst uit het ziekenhuis, overviel me een diepe angst: “Als dit zo blijft, zal ik binnen de 24 uur mijn kind geen eten meer kunnen geven.” Die gedachte, in combinatie met de beruchte hormonen meltdown van dag 4 , leidden bijna tot een paniekaanval. Ik heb twee uur zitten huilen, kind aan de borst, tot mijn man thuis kwam. Hij was zoals gezegd meegeweest naar een sessie over borstvoeden en kwam meteen met een heel praktische oplossing op de proppen: we konden een borstpomp huren voor een paar dagen en daarna terug de draad opnemen. Ik weet nog dat ik dacht: “Never!”
Dus dan maar naar de hulplijn van ABA gebeld. En daar luisterde de vrijwilligster heel rustig naar mijn verhaal (dat ze wellicht al honderden keren van andere jonge moeders had gehoord). En we kwamen met een actieplan op de proppen: dat we een borstpomp zouden huren (weer nam ik me voor wat vaker naar mijn man te luisteren), dat ik op consultatie zou gaan bij de lactatiedeskundige in het ziekenhuis, en dat ik altijd terug mocht bellen voor meer tips. De dagen erna werd er dus gekolfd. En kreeg onze dochter een paar flesjes afgekolfde melk, net voldoende om mijn arme borsten een adempauze te geven. Die rustpauze, samen met veel lanoline en de steun van mijn man, hebben ervoor gezorgd dat mijn borsten na een paar dagen miraculeus waren genezen. En sindsdien hebben we niet meer achterom gekeken.

Eveline en Emma

Fast forward vier maanden en waar staan we vandaag?

We zijn heel blij met onze keuze voor borstvoeding, en dankbaar dat het zo vlot mag gaan. Onze pijnlijke start was maar een peulenschil in vergelijking met de verhalen die ik soms van andere mama’s hoor. Maar als we niet de voorkennis en omkadering hadden gehad, hadden we het misschien ook sneller opgegeven.

Vier maanden gaat baby waar mama gaat, en ik vind dat prima zo. Scrupules over borstvoeding geven in het openbaar hebben we al lang niet meer. En de andere mama’s in mijn Mothers Group ook niet. Bovendien is het er ons ingehamerd dat borstvoeding een wettelijk recht is. Maar ik heb nog nooit enige tegenprutteling ervaren van andere mensen. Onze dochter eet overal: op restaurant, in de bibliotheek, in het park. We hebben altijd ons picknickdeken onderin de buggy liggen en als er geen bankjes in de buurt zijn, installeren we ons daar op. Het helpt natuurlijk dat het hier vrijwel altijd mooi weer is en we niet in de modder op de grond moeten gaan liggen! En als we naar een evenement in de openlucht gaan, gaat een kampeerstoel mee onderin de buggy. Zo kunnen we altijd en overal borstvoeding geven.

Er zijn twee vragen waarvan ik het soms op de heupen krijg – en toegegeven, alleen maar hoor aan Vlaamse kant – niet hier in Perth:

Op nummer één: Heeft ze weeral honger? Ja. Moedermelk is nu eenmaal lichte kost. En het is haar eten én drinken. En deze Australische zomerbaby heeft dorst. Hoe zou je zelf zijn bij 36 graden (of meer)?

En op nummer twee: Hoe lang ga je borstvoeden? Zo lang onze baby het wil. Zes maanden? Minstens. Een jaar? Graag! En dat brengt me tot de tweede essentiële component voor een geslaagd borstvoedingsverhaal: tijd.

Tijd

Ik weet dat veel mama’s in Vlaanderen na 3 maanden borstvoeding (moeten) stoppen, wanneer ze terug aan het werk gaan. De logistiek van kolven tijdens het werk is nu eenmaal geen kinderspel (pardon the pun). In Perth ligt dat anders. Hier blijven veel vrouwen na de bevalling tot 12 maanden thuis. Als dat financieel kan, is dat uiteraard een luxesituatie. Maar nog los van het financiële, is er geen druk op werkende mama’s om snel weer aan de slag te gaan. Om hun kind als een ‘tussendoortje’ te beschouwen, zoals jij het in je blog noemt.

Sofie, je schreef dat je op zoek was naar je Utopia. Ik denk dat wij daar mogen wonen.