Je wordt platgeslagen met berichtgeving over het circulatieplan, waarbij de tegenstanders heel hard schreeuwen dat de stad dood is en de voorstanders even luid roepen dat er nergens een probleem is. De waarheid ligt meestal in het midden waarschijnlijk, al ik ben toch vooral geneigd om blij te zijn met de voorlopige resultaten.

Ik heb gemakkelijk praten natuurlijk. Mijn auto rijdt doorgaans rond 4u10 de ring op, ik mag al blij zijn als ik dan iemand tegenkom. In de namiddag kom ik weer thuis en dankzij het betalend parkeren, kan ik meestal zelfs IN mijn eigen straat parkeren. Hoera daarvoor!

Wij betalen trouwens 250 euro per jaar voor een tweede bewonerskaart (de eerste is gratis), waar heel wat mensen serieus boos over zijn. Hoewel 250 euro per jaar best een pijnlijke zaak is in onze portemonnee, vind ik het wel terecht. Twee auto’s voor één gezin in het midden van de stad, dat is eigenlijk niet ok. Maar goed, ik heb een heel specifieke en speciale job, ik heb die auto echt nodig. Het ding is er voor uitgevonden, daar gaan we nu ook niet te onnozel over doen. Mottig en duur, maar het is wat het is. Het is mijn keuze om die zotte doch fantastische job te doen, dus ik neem de auto (en gigantisch dure kost) erbij.

Maar mijn Opel Corsa ziet de binnenkant van de stad vrijwel nooit. Ik rij ermee naar mijn werk en terug, af en toe een keertje naar familie of verre vrienden (een heel deel kunnen we gelukkig met de fiets bezoeken) en heel af en toe – bij grote boodschappen – naar een nabijgelegen supermarkt. Maar ik ben heel streng, alle verplaatsingen in Gent gebeuren te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer. Ik vind dat niet meer dan logisch, voor mij liefst zo weinig mogelijk auto’s in de stad.

Niet alleen in Gent trouwens. Als ik me naar een andere stad in Vlaanderen begeef, maak ik altijd dezelfde denkoefening. Hoe kan ik met mijn auto uit de stad blijven? Ik voel me ongemakkelijk met een auto in het centrum van de stad, ik heb altijd het gevoel dat ik dan een tang op een varken ben. In Antwerpen parkeer ik me op Linkeroever en neem de tram of voetgangerstunnel, in Brugge heb ik schoonouders in de buurt waar de auto kan staan en we fietsen kunnen lenen, in Hasselt parkeer ik me aan de rand en doe de rest te voet… Met mijn auto IN de stad rijden, is altijd de laatst mogelijke optie. Ik ken ook eerder tram- en buslijnen dan parkings. Het voelt altijd fijner om mijn auto aan de rand te laten staan.

Voor hele coole auto's kunnen we soms een uitzondering maken.

Voor hele coole auto’s kunnen we soms een uitzondering maken.

Ik hoop dat we een kleine mentaliteitswijziging kunnen teweeg brengen, traag maar zeker. In Gent zijn er al veel mensen die de auto aan de kant laten staan, maar er is nog veel werk. Begrijp me niet verkeerd, ik wil de auto niet verketteren. Ik hoop dat er altijd autoruimte zal zijn voor mensen die niet anders kunnen, die er wonen, die moeten lossen/laden, hulpdiensten en andere aangelanden. Maar vaak vraagt het maar een klein beetje anders denken, om de auto op stal te laten staan. Volgens mij is er geen snellere en leukere manier om je door Gent te bewegen dan met de fiets, ook al krijg ik jeukende handen van al die kasseien.

Ondertussen denk je misschien dat Filip Watteeuw mij persoonlijk sponsort om het nieuwe circulatieplan te verdedigen, maar niets is minder waar. Er zijn wat mij betreft ook wel wat pijnpunten:

  • Er zijn veel te weinig geschikte park&rides. Daar waar de tram stopt om mensen naar de stad te brengen, kan je geen plaatsje meer vinden. Daar waar je op de bus moest stappen, is er amper bezetting. Wat ik volledig begrijp, ik neem ook veel liever de tram dan de bus. Om duizend redenen. In ieder geval: daar is nog veel werk.
  • Openbaar vervoer: ondermaats en veel te duur. Dat is voor mij een heel zwaar werkpunt. Wij nemen geregeld bus 3 die ons netjes op de Korenmarkt afzet, maar het is zelden of nooit een aangenaam ritje. De buggytheek onder de stadshal is een fantastisch initiatief, maar moet je daar ook weer achterlaten op een bepaald moment. Ik sukkel dus meestal met de buggy de bus op, en dat is hoogst onaangenaam. Moeder, twee kinderen en een buggy: ge zijt blij als ge St Michielshelling ziet en weet dat ge er bijna af moogt. En die prijs, auch.
  • ‘Ons’ stukje ring, wat neerkomt op Nieuwevaart/Palinghuizen/Rooigemlaan tot aan de Drongense steenweg. Daar zat het vroeger natuurlijk ook al zwaar vast, maar met wat denkwerk is daar zeker nog verbetering mogelijk.

Conclusie: ik had veel meer verwacht van het circulatieplan. Veel meer problemen, maar ook veel ingrijpendere veranderingen. Eigenlijk valt het allemaal bijzonder goed mee. Wij wonen natuurlijk niet in een stadsdeel waar een vergunning voor nodig is, maar toch. Het valt allemaal mee. Als iedereen – zelfs de verzuurde autogebruikers die vergeten zijn dat je met twee wielen en een regenjas ook best ver geraakt – een klein beetje anders gaat denken, dan hoeven we die vreselijke term ‘koning auto’ binnenkort misschien niet meer te gebruiken. Misschien ben ik niet objectief genoeg omdat autorijden voor mij een straf is en fietsen me gelukkig maakt, maar misschien kan het toch echt geen kwaad om na te denken over onze mobiliteit.


Vanmiddag heb ik trouwens gigantisch gezondigd tegen mijn eigen regel. Normaal mag ik van mezelf de auto niet gebruiken voor verplaatsingen onder de 10km, maar ik moest daarna nog op tv komen en zag een verlept motregenkapsel even niet zitten. Net genoeg ijdelheid om de fiets voor een keertje te laten staan. Plus, ik wou ook nog wat nagenieten van het werk van de visagiste.

Gelukkig zijn er uitzonderingen om de regel te bevestigen.

En wat zijn jouw ervaringen?