Je kan me bezwaarlijk een keukenprinses noemen. Dat onze kinderen warm eten op school en ik vaak aanschuif in het bedrijfsrestaurant met een tupperware pot voor de portie van mijn lief, is niet omdat ik zo graag in de keuken sta. Ik haal daar geen voldoening uit en heb daar vaak ook de energie niet meer voor (in de week).

Als we in het weekend de vraag ‘wat gaan we eten’ kunnen beantwoorden, vind ik het (meestal) niet erg om dat ook te maken. In de categorie hartig lukt het allemaal prima, maar zoet is een ander verhaal. Ik kan een kom tiramisu met rode vruchten maken, maar daarbuiten is het woord misbaksel speciaal voor mij uitgevonden. Ongeveer alles wat ik in de oven stop, komt er anders uit dan het ooit bedoeld was.

De aanhouder wint, dus ik blijf proberen. Maar toen er onlangs een extra dimensie bijkwam door de koemelkallergie van Felix, had ik de deegrol bijna naar het containerpark gebracht. Veganistisch bakken – zonder eieren, room, melk of boter – dat is toch echt wel om problemen vragen?

Maar deus ex machine was daar Sofie, een vegantische keukenprinses met extra veel aandacht voor zoete lekkernijen. Tussen twee chatsessies over doorkomende tanden en etterende oren door, nodigde ze me uit voor een veganistische bakworkshop. Slash koffieklets. Slash bloggers onder elkaar.

Een paar weken geleden zat ik op woensdagmiddag in haar keuken en deed ze uit de losse pols wat voorstellen. Muffins met appel en speculoos? I’m in. En misschien nog wat pindakaas-chocoladekoekjes ook? Nu dat we toch bezig zijn! Ik wist toen al dat mijn vastendag meer dan waarschijnlijk de mist zou ingaan.

Sofie begon meteen allerlei spullen boven te halen, uit te leggen en ondertussen bij elkaar te gooien. Ik was nogal overweldigd maar heb volgende dingen toch onthouden. Een paar baktips, dat had ge van mij ook niet zien komen he ;).

1.“zout versterkt zoet”: elk zoet gerecht heeft toch een toets zout nodig, zodat de zoete smaak nog beter naar boven komt. (Ik kon alleen nog maar denken aan caramel met een snuifje zout toen ze dat zei, maar dat is nu toevallig ook gewoon te lekker voor woorden)

2. Hou je droge en natte ingrediënten apart. SUPERTIP. Je werkt met twee kommen, en pas op het einde gooi je de boel samen. (Bakpoeder reageert bijvoorbeeld op vocht)

3.Suiker is een uitzondering in de nat/droog-scheiding, dat kan ook bij de natte pot omdat suiker dan al kan oplossen.

4.Speculoos is altijd vegan (winner!), pindakaas trouwens ook

5.Kokosolie is handig bij koekjes, want die helpen koekjes dan ook opstijven (want kokosolie op kamertemperatuur is een vaste materie)

6.ei is het moeilijkste te vervangen bij een veganistische bak, want dat heeft veel speciale eigenschappen. Maar Sofie heeft een aantal goeie tips. (Ei is een ideaal bindmiddel, maar zorgt bijvoorbeeld ook voor luchtigheid)

7.verhoudingen zijn heel belangrijk bij bakken. Maar dingen als eetlepels en soeplepels zijn eigenlijk ook niet wat we er van denken. Je hebt speciale cups/lepels zodat je altijd de juiste afmetingen hebt. Ik ga er me zo eentje aanschaffen denk ik. (En alle redenen zijn goed om eens in de Dille en Kamille rond te hangen, toch?)

Ik ging uiteindelijk naar huis met een in mijn brooddoosje: een gezellige middag, heerlijke koekjes en zalige muffins. Voor de recepten verwijs ik je graag door naar the master.

En als gij tegen niemand zegt dat de koekjes bijna op waren tegen dat ik thuis was, dan zal ik ook zwijgen.