Sinds een paar weken volgt Basiel zwemles. Maandag na school probeert juf M. hem via potlood/vliegtuig/kikker (of zoiets) de kneepjes van het vak te leren, ondertussen werkt moeder haar baantjes af aan de andere kant van het zwembad.

Vorige week moest ik voor de start nog even een plasje placeren, want er zijn leukere dingen dan zwemmen met een volle blaas. Ik zei dus tegen Basiel dat ik even naar het toilet ging, terwijl hij zijn voeten onder de daarvoor bestemde sproeier hield. Hij riep dat hij meeging, en volgde in mijn spoor.

Geen enkel wc-hokje was bezet, dat had ik wel gezien. Ik trok dus eigenlijk achterwaarts een deur open, zodat mijn oog op Basiel kon blijven. Ik was op dat moment niet helemaal zeker of hij mee in het wc-hokje zou kruipen of buiten zou wachten. Met die bijna 5–jarigen van tegenwoordig weet je zoiets nooit zeker.

Ik ging dus achterwaarts het hokje in, al half in hurkzit. Ik ging net het nodige textiel verwijderen, toen ik plots iets voelde. Bijna simultaan riep een klein meisje.

“Maar ik zit hier al hoor”

Oeps.

Ik ben dus op een kind gaan zitten. In het wc-hokje van het Rooigemzwembad. Maar het was echt per ongeluk.

Laat ons eerlijk zijn, het had nog erger kunnen. Ik had (per ongeluk) ook op haar kunnen plassen, weetwel.