Oh jongetje toch.

De maandbrief die ik al vanaf het positieve streepje op de zwangerschapstest vrees, wordt werkelijkheid. Nog een paar dagen en onze tijd samen zit er op. Er zijn vast moeders die staan te springen om weer in de volwassen wereld te stappen, maar ik ben er nog niet aan toe. Net als bij je broer vind ik het aartsmoeilijk om die stap weer te zetten. Het gaat niet alleen om jou achterlaten (je bent in fantastische handen, ik weet dat, maar het zijn niet mijn handen), het gaat om die hele levensommezwaai. Het voelt alsof we van alles naar niks gaan, of van niks naar alles. Dat is maar hoe je het bekijkt.

Je bent al eens gaan wennen in de crèche, dat komt wel goed. Er zitten liters moedermelk in onze diepvries, dat komt wel goed. Je groeit en bloeit, dat komt wel goed. Het is me bij je broer ook gelukt, dat komt wel goed.

Maar het moederen ging tot nu toe vanzelf. Nu wordt het weer puzzelen, haasten, hollen, lopen, verdrinken. En dat maakt me bang. Bang dat ik voor jou niet meer zal voldoen. Bang dat ik faal als moeder, als werkneemster, als partner, als vrouw. Ik voel me zwak met mijn kleine hartje. (Ook zwak van lijf en leden, maar dat is een ander verhaal)

Er is niet zoveel wat jij kan doen lieverd, behalve je vrolijke zelf blijven. Al is er toch een aandachtspuntje. Ik wil mijn twee zonen niet in de weegschaal leggen, maar feit is dat jij totaal nog niet doorslaapt. Basiel sliep op zijn eigen kamer tegen mijn eerste werkdag, jij vraagt nog één (of meer) keer per nacht om een borst. Met heel veel liefde schat, maar het maakt de zaken er niet gemakkelijker op als mijn wekker maandag op 4u15 afloopt en ik er niet meer ben voor jou. De diepvries zal het zijn jongen. En niet alleen wallen the size of a whale bij je moeder, maar ook bij je vader. Hij moet de ochtendspits alleen zien te redden. Hij kan dat uiteraard, maar het wordt een grote uitdaging.

Deze moeilijke stap hangt ook al een paar weken te schaduwen over ons leven. Ik ben al weken niet echt gezond en jij hebt ook je eerste koorstdagen gehad. We hadden kei hard een tand verwacht na al dat gedoe, maar voorlopig is er nog geen bijtgevaar als ik je aanleg. Mijn hart heeft wel een paar keer stilgestaan, want je was echt een hoopje ellende.

Zo kennen je we niet. Jij bent onze vrolijke rollebol (letterlijk te nemen, je rolt echt de hele tijd), onze charmeur (die blik en dat lachje, instant smelten), onze heerlijke stevige brok (je verbreekt nog steeds alle statistieken met je lengte en gewicht).

Oh lieve schat. Het was een fantastische tijd. Het was genieten om er altijd voor jou en je broer te zijn. Ik hoop dat we genoeg geknuffeld hebben de afgelopen maanden, om de werkdagen en de fysieke afstand binnenkort te overbruggen.

2015-07-17 13.46.06 2015-07-22 09.16.51 2015-07-09 17.06.46 2015-07-16 16.33.09

Elke knuffel, elk zoentje stop ik in een mentaal doosje. Maandag zet ik dat doosje op mijn bureau. En telkens als het even moeilijk is, haal ik er eentje uit. Ik weet nu al dat als het koekjes waren, ik zeker tegen ’s avonds al uit mijn broek zou barsten.

Lieve, lieve, lieve schat. Veel succes bij de muisjes straks.

Ik ga mijn doosje groot genoeg maken, zodat ik jou er stiekem ook kan instoppen.

Dikke kus,

Je mama