Ik schaam me diep, maar ik ben gestopt met (boeken) lezen. Ik durf het bijna niet uit te spreken, maar het is echt jaren geleden.  Er was nochtans ooit een tijd dat ik teksten verslond, op zoveel verschillende manieren.

Proza. Want ook al hadden we maar een mini-bibliotheek in ons dorp, ik vond het heerlijk om er rond te hangen en boeken te kiezen, die ik voor het slapengaan onder een dekentje kon uitlezen. Waarbij je voelt dat je eigenlijk dringend het licht moet uitdoen, maar je kan gewoon niet stoppen met lezen. Tot het moment waarop je je boek neerlegt omdat je nu echt wel iets anders moet doen, maar eigenlijk alleen maar wil weten wat er verder gaat gebeuren. Op strandvakantie gaan en jezelf al weken op voorrand verlekkeren op de lectuur die je kan meenemen. Die tijd, toen waren boeken heerlijk.

Poëzie. Ik denk dat ik er meer dan een normale tiener mee te maken had. Ik bracht ze op het podium, via de voordrachtlessen. Ik schreef zelf boeken en boeken vol, omdat ik met mezelf geen blijf wist en het zo probeerde te verwoorden. Ik kon er ook echt van genieten om gedichten te lezen en weg te dromen bij de schoonheid van de taal. Ik had ook geen posters uit de Joepie of andere idolen in mijn kamer hangen, maar wel posters met gedichten. Ge moogt met uw ogen rollen, ja. Mijn puberteit was niet gemakkelijk, voor niemand in mijn buurt.

Theaterteksten. Eerst amateurtoneel in het dorp, tegelijkertijd toneellessen op het conservatorium van Mechelen (tien jaar van mijn leven elke woensdagnamiddag en zaterdag daar gesleten), soms een stapje verder in een semi-professionele productie. Ik ging actrice worden he jongens. Ik haalde met gemak grootste onderscheiding op het conservatorium, maar werd afgekeurd op de toneelschool. Dat was bijna het einde van mezelf, met zo’n stukgeslagen droom. Uiteindelijk maakte ik er mijn thesis over. “Het volkstheater van Stany Crets, tussen herkenbaarheid en vervreemding”. No kidding.

Over die thesis gesproken, daar is het eigenlijk allemaal fout gegaan. Op de unief. Ik ging Germaanse talen studeren omdat ik zo verliefd was op taal, ik kwam buiten met een degout. Triestig, ik weet het.

Het werkte niet voor mij, om boeken te lezen wetende dat ik er nog een examen moest over doen. Ik kon er niet meer van genieten, ik ging het associëren met stress. Ik durfde niet meer te vertrouwen op mijn eigen interpretatie, ik durfde niet meer te lezen wat ik dacht dat er stond maar volgens mijn cursus anders bedoeld werd. De 36 boeken in de eerste kandidatuur, waren een eerste doodsteek. Ik begon me dom te voelen als lezer. En het werd daarna niet beter.

Jaren en jaren heb ik geen boek aangeraakt. Er kleefden zoveel nare herinneringen aan vast, ik was de liefde voor literatuur volledig kwijtgeraakt op één van die vele examens waarbij ik dingen moest vinden in een boek die er voor mij niet waren. Ik wilde gewoon verdwijnen in een boek, niet met een cursusblok en een kloppend hart proberen zo’n intellectueel mogelijke dingen te vinden in de woorden, zinnen en alinea’s.

Op vakantie heb ik er wel ooit nog eens een paar gelezen, maar eigenlijk zit mijn hoofd permanent zo vol dat ik de moed niet vind om aan eeen boek te beginnen. Terwijl ik het eigenlijk zo graag wil. Ik wil zo graag weer verdrinken in een boek, de tijd uit het oog verliezen, een eigen wereld vormen in mijn hoofd.

Maar ik durf niet meer zo goed. Ik zie zo weinig momenten op een dag waarop ik zou kunnen lezen, want er moeten altijd zoveel duizende andere dingen gedaan worden.

En toch. De liefde voor taal is nog heel brandend, ik wil de liefde voor teksten ook graag aanwakkeren. Dus mijn beste, met welk boek moet ik – voorzichtig – weer beginnen?