Uw dag is bijna aangebroken en ik hou een traditie graag in eer

Daarom ben ik hier met mijn briefje weer

Al moet ik eerlijk zijn heilig man, ik denk niet dat jij voor mij dit jaar veel kan doen

Ik heb een fantastisch lief, mijn eigen radioprogramma en een heerlijke kleine kapoen

Ik wil maar zeggen Sinterklaas, ik heb al alles en ben heel dankbaar

Maar als u er op staat, dan heb ik wel een paar dingen klaar

Onze nieuwe velux heeft nood aan een gordijn

En eigenlijk zou een klusjesman voor een dag ook wel fijn zijn

En Basiel heeft nog nood aan een kikker die tegen de muur plakt voor zijn badspeelgoed

En naar het schijnt tovert u zo’n dingen vrij vlot uit uw hoed

En natuurlijk, kan ik altijd plaatsmaken in mijn kleerkast

Voor iets leukers dat bovendien beter past

Maar de dingen die echt van pas zouden kunnen komen

Daar blijf ik gewoon van dromen

Meer tijd om thuis te zijn bij mijn gezin

Een slanke lijn zonder te moeten kloppen op mijn kin

En als ik toch bezig ben, een winnend lotje van de nationale loterij

Want we dromen binnen een jaar of vijf van een groter huis

Of is dat moeilijk door de schoorsteen te krijgen, zo’n vette kluis?

De zwarte pieten mogen ook onze keuken vergroten en ons koertje aanpakken

Of mag dat tegenwoordig niet meer, dat zwarte pieten travakken?

Excuses Sinterklaar, maar ik vind dat u zich door die hele heisa niet moet laten doen

Ik kijk al uit naar volgend jaar, als onze zoon van uw bestaan afweet

En ongeduldig zit te wachten, naast zijn eerste wortel-met-schoen

Maar richt uw pijlen nu maar op andere brave meisjes dan ik

Tot volgend jaar, dan hebben we vast weer zo’n goede klik

Uw kapoentje,

Sofie

 

 

(Ik wilde eigenlijk afsluiten met:

“Ik hoef geen zwarte piet, ik blijf met veel plezier bij mijn West-Vlaamse p*.” Maar ik mocht niet van mijn lief, boring.)

*vul zelf het rijmende woord aan. Naar eigen goestink.