Op zich is het raar. Want ik ben nogal actief op tinternet, uhum. Facebook en blog dan toch, want voor  de rest ben ik een dikke nul. Ik zit totaal niet op twitter of zo, ik snap dat zelfs niet. En om facebook te installeren heb ik I. nodig gehad. Deze blog was er zelfs niet gekomen zonder de professionele hulp van F. Ik had alle teksten klaar, maar geen idee hoe ze op het net te krijgen. Ik word hier thuis ook altijd uitgelachen door mijn IT’er, omdat ik eerst naar google surf als ik iets wil opzoeken. Ik weet nog altijd niet waarom.

Maar allez, ge zou denken dat ik met mijn lichte social media-verslaving toch zeker in het bezit zou zijn van een smartphone.

Niet dus. Ik ben totaal achterlijk op dat vlak. Ik denk zelfs dat ik in mijn vriendenkring ongeveer de enige ben zonder zo’n ding. Veel mensen zeggen nochtans dat het ‘echt iets voor u zou zijn’. Maar nee, ik ben niet mee. Ik heb een eenvoudige Nokia waarmee ik kan bellen, sms’en en als wekker kan gebruiken (al heb ik die laatste functie al even niet meer gebruikt, een babywekker is veel leuker, vooral als die pas afloopt rond 8u. Ow yeah.). Maar ge begrijpt misschien wat ik bedoel, zo tussen de late twintigers en jonge dertigers zijn er niet veel mensen die er geen hebben. Toch niet bij de mensen die ik ken.

Ik heb er lang iets tegen gehad. Ik vind het verschrikkelijk dat ge ergens op een sociaal evenement bent (dat kan een etentje bij mijn schoonouders zijn, een cafebezoek of samenkomst bij vrienden) en iedereen is bezig op dat ding. Druk in de weer met inchecken (wtf is dat allemaal, met dat burgemeesterschap en al), sportuitslagen aan het bekijken of nog erger, tegen elkaar aan het vertellen welke leuke nieuwe prulletjes er allemaal op dat onnozele mini-computertje staan. Oh zo leuk. Laten we tegen elkaar babbelen terwijl we allemaal naar onze gsm staren. Kei tof. Topgezellig. Als niet-smartphoner, kan dat behoorlijk eenzaam en irritant zijn.

Maar ge hebt natuurlijk gezien dat ik in de verleden tijd sprak. Ik heb er lang iets tegen gehàd. Dat betekent dat het dus een beetje begint te veranderen. Ik begin zowaar te overwegen om mezelf zo’n ding aan te schaffen. Ook al vind ik het in principe belachelijk om kei veel geld uit te geven aan een telefoon.

Het zit zo. Ik was op vakantie bijna een grote stemopdracht misgelopen omdat ik mijn mails vijf dagen niet kon checken. Het lijkt niet meer echt aanvaard om een week van de digitale aardbol te verdwijnen, zeker niet in mijn sector. Dus allez ja, ik heb het eigenlijk ook echt nodig.

Ik wil ook mooie foto’s kunnen nemen en die dan ook meteen posten op facebook. Bijvoorbeeld. Ik zie vaak dingen die mijn aandacht voor de juiste redenen trekken, maar ik heb neit altijd een kodak op zak. Een gsm meestal wel, dus dat zou handig zijn. Ik denk vaak, dedju, hier had ik graag een foto van gemaakt. En dat zou dus wel eventueel kunnen met een smartphone.

En ja, ik geef het toe. Ik vind het ook wel fijn om op regelmatige basis mijn mails, facebook en blog te checken. Ik moet daar niet belachelijk over doen.

De beslissing is dus bijna gevallen. En ik word daarin serieus aangemoedigd door mijn persoonlijke IT’er, die af en toe in beetje in affronten valt met zijn computer-achterlijke lief. Zijn enthousiasme voor een nieuwe smartphone is groter dan het besef dat hij nu andere dingen zal moeten zoeken om mij uit te lachen. (Alhoewel, er zijn nog altijd de Birckenstocks)

Daarom vraag ik aan jullie, ongetwijfeld smartphonebezitters, welk model ik mebest aanschaf. Gesteld dat ik ooit overstag zou gaan. Binnenkort of zo.