Het is een warme zomerdag. Ge hebt al in een tuin gezeten bij familie, op de Blaarmeersen met fijn gezelschap en met een boek op uw koertje. Een kleine baby die borstvoeding krijgt, kan je makkelijk overal naartoe nemen. Voor de laatste voeding kiest ge ervoor om in uw comfortabele zetel te gaan zitten en ge zet de televisie aan. Ge kunt niet zo heel veel doen met een baby aan uw borst, tv is redelijk ideaal. Ge kijkt naar wat dingen die op uw digibox staan. (Of ge vraagt aan uw lief om dat te doen, ook mogelijk en more likely in mijn geval)

Als het programma gedaan is (Zone Stad als ge het wilt weten), komt het weer. Jill Peeters vertelt dat het morgen zwaar bewolkt gaat zijn, met maxima rond 20 graden. Uw lief wordt kwaad.

“Godverdomme seg, wat is dat nu voor iets? Deze middag hebben ze nog totaal iets anders verteld. Het ging godverdomme toch goed weer zijn morgen? Allez, serieus. Ik heb vakantie” (Mogelijk overdrijf ik met het gevloek, mogelijk ook niet).

Ik begin al te gniffelen.

“Het is een opname liefje. Jill heeft het over het weer van drie weken geleden.”

Allright.