Ik heb altijd met veel warmte de nieuwsbrieven van i. gelezen. En ik dacht toen dat als ik ooit een kind zou hebben, ik dat zeker ook zou willen doen. Nu wil het toeval dat i. compleet verantwoordelijk is voor het samenbrengen van mijn lief en ik. En dus onrechtstreeks voor het kind dat uit die liefde is voortgekomen (Gelukkig alleen onrechtstreeks, bij dat laatsten ha). Dus ja, ik mag dat idee wel pikken vind ik. Bij deze.

Ik heb veel dromen, maar eentje is al mijn hele leven allesoverheersend aanwezig. De grote wens om moeder te worden, om een gezin te stichten en een warm nest te creëren. Het heeft een paar trial en errors gekost om daarbij de juiste partner te vinden, maar uiteindelijk is alles geweldig in zijn plooi gevallen. En met de juiste man, werd het verlangen heel concreet. En besloten we ervoor te gaan.

Toch ben ik zelden zo in shock geweest, als na die positieve zwangerschapstest half oktober. Ik moest er plots aan wennen, dat het echt zo zou zijn. Dat er echt een kindje in mijn buik zat. Jij, lieve Basiel. Alles veranderde onderweg naar jouw komst, maar bleef ook hetzelfde. Uiteindelijk wist ik toch helemaal niet wat er ons zou overkomen.

Ik had me voorbereid op het ergste. Ik dacht dat ik geen tijd meer zou hebben om een douche te nemen, dat onze relatie op losse schroeven zou komen te staan, dat ik me een zombie zou voelen, dat mijn borsten een slagveld zouden zijn door de voeding, dat ik 27 kilo dikker zou zijn en niet meer zou willen buitenkomen. Ik had me voorbereid op een absoluut schrikbeeld. The worst. Iets waar je door moet, om dan na een paar maanden op dat geweldige moederschap te botsen.

Maar toen kwam jij Basiel. En jij kwam aandrijven op een ware roze wolk. Ok, ik overdrijf. Ook al ben ik de bevalling al een beetje aan het verdringen, het was toch wel een helse ervaring. Maar het is waar, het moment dat ze jou op mijn buik legden, ik naar jouw papa keek en wij naar elkaar. Was alles anders. Ik heb die tijd in het ziekenhuis echt nodig gehad om te bekomen en weer op gang te komen. Maar eens thuis, gaat het eigenlijk – hout vasthouden – redelijk vanzelf. En daarbij denk ik nog niet hoe het zal gaan als ik weer moet gaan werken, maar voorlopig is dat nog niet aan de orde.

Mijn adem stokt soms van geluk, als jij op mijn borst in slaap valt. Als ik je warme lijfje voel ademen, zo lekker dicht bij mij. Ik loop over van trots, als mensen zeggen dat je zo’n mooie flinke jongen bent. En ik weet het Mijn kind, schoon kind maar ik kan echt urenlang naar je kijken. Want je bent zo mooi.

We horen bij elkaar. Jij bent van mij afhankelijk en dat vind je best. Je hapt jezelf soms bijna kapot, als mijn borst in de buurt komt. Ik vind het trouwens ook best. Ik weet dat het vanaf nu een proces wordt van langzaam loslaten, maar laten we dat hand in hand doen. En voorlopig nog heel dicht bij mij, bij ons. Lang voorlopig, graag.

Ik ben moe Basiel. Soms zucht ik heel diep als jij ’s nachts laat weten dat je honger hebt. Ik ben dan vaak zo goed aan het slapen, dat het pijn doet om daar uit weggetrokken te worden. Het is al een maand geleden dat ik langer dan vier uur aan één stuk heb geslapen. Maar het duurt maar eventjes.  Want als ik je uit je bedje neem en in mijn armen hou, is dat vaak al voorbij. En wij hebben een deal gemaakt, jij gaat in no time doorslapen, toch? Of zou je dan al te perfect zijn?

Want het zit zo Basiel, ik geniet enorm. De eerste twee weken, toen we met z’n drietjes thuis waren, zijn de meest intense van mijn leven. Ik weet met mijn liefde bijna geen blijf. Niet alleen voor jou, maar ook voor je papa. En jij hebt ook dat effect op mensen. Als ik zie wat jouw komst teweeg brengt bij grootouders, tantes en nonkels, vrienden en overgrootouders – dat is alleen maar liefde. Iedereen is zachter en warmer, door jou.

Je bent nu een maand bij ons. En het lijkt alsof het nooit anders geweest is. Je bent al verschrikkelijk gegroeid. Je kan al zoveel meer dan een paar weken geleden. Je volgt met je oogjes, je herkent mama en papa. Ik moet mezelf soms in de arm knijpen, om te beseffen dat jij echt van ons bent. Er kunnen nog  verschrikkelijk veel weerbotsen komen, maar die pakken we dan wel op dat moment aan. Op dit moment geniet ik van jou, van mijn lief, van ons gezin. Van jou, allerliefste Basiel.